donderdag 28 oktober 2010

Acht mannen op een fiets

Hoe komt het dat acht mannen afspreken om fietsend de Vlaamse Ardennen te verkennen? Vooreerst om dat hun vrouwen er al een jarenlange traditie op nahouden om eind augustus een “vrouwendag” te organiseren. Een “mannendag” mocht dus ook wel eens.  Maar een dag is toch zo kort, niet? Waarom er dan geen weekend van maken? Hoe vul je een weekend? Met iets avontuurlijk, toch? Waarom dan niet aan den lijve ondervinden waarom De Ronde Van Vlaanderen ook “Vlaanderens Mooiste” genoemd wordt? En zo geschiedde.  Er werd een huisje in Oudenaarde gereserveerd, fietsen werden klaargemaakt, we waren er klaar voor.

Vrijdagavond werd er afgesproken in Hof Ter Kammen, uitvalsbasis van ons avontuur. En wie dacht dat mannen die op weekend gaan, gelijk staat met pinten bier hijsen, die heeft het verkeerd voor. Om tien uur, jawel, tien uur ’s avonds zijn we gaan wandelen. Klinkt weinig stoer, weinig geloofwaardig zelf, maar toch is het dat wat we gedaan hebben. De anderhalf uur durende uitstap bracht ons naar de Koppenberg, kwestie van toch al eens beeld te kunnen vormen van wat er ons te wachten staat. In het donker zag hij er gevaarlijk dreigend uit. En steil, zo steil.  Het werd me duidelijk dat hier al fietsend boven geraken voor mij een onmogelijke opdracht zou worden.

Sabine haar weersvoorspelling was niet gelogen. De hemel kleurde donker, die zaterdagochtend. De aanloopstrook naar de heuvels bleef nog droog maar nadien hadden de weergoden geen medelijden meer. De wind blies hard, de regen teisterde onze lichamen, de kou verkleumde onze handen. Het was geen weer om te fietsen. Maar opgeven stond niet in onze woordenboek. Hoezeer ook de heuvels er gevaarlijk spekglad bijlagen, de kasseien mijn ingewanden door elkaar klutsten, de spieren verkrampten, we gingen door, tot het bittere einde.

Tachtig kilometer doorheen de Vlaamse Ardennen, terend op bananen en peperkoek, langsheen de Kluisberg, de Knokteberg, de Oude Kwaremont, de Oude Kruisberg, de Hotond, de Paterberg, de Koppenberg, de Steenbeekdries, de Spichtenberg, de Taaienberg, en tenslotte de Eikenberg. De besten onder ons geraakten op al die heuvels boven, de minder goede onder ons zetten voet aan grond. Desalniettemin: een huzarenstuk, een prestatie die alleen door Flandriens kan geleverd worden. Al zeg ik het zelf.

Ik wil Bert bedanken om dit georganiseerd te hebben, Luc voor het mogen gebruiken van een fiets. Zij hebben samen met Johan, Chris, Freddy, Patrick en Dirk er voor gezorgd dat ons eerste mannenweekend een succes is geworden. Op naar een volgende editie.