woensdag 30 januari 2008

Uitgerangeerd

Ze zeggen dat ik niet mag feesten
Ik ben te oud om met de jeugd op stap te gaan
Waarom zeggen ze dat?
Ik ben jong, toch?

Ze zeggen dat ik op de zwarte lijst sta
Ik sla geen palen in de grond
Waarom zeggen ze dat?
Ik fotografeer, toch?

Ze zeggen dat ik brol, kul schrijf
Ik raak kant noch wal
Waarom zeggen ze dat?
Ik heb een mening, toch?

Ik laat ze zeggen, ik zeg ook

maandag 28 januari 2008

Yes, ik heb Dirk geklopt!

En ja, gisteren waren er al heel wat meer collega’s masters aan de start. Niet dat ik de pretentie heb te beweren dat dit door mijn bericht van vorige week komt, hoegenaamd niet. De vermoedelijke reden van hun aanwezigheid hoorde ik van een trainer van de Grimbergse atletiekclub die tegen één van zijn meisjes, die onbedreigd op kop liep, zei: “Blijven tempo maken, in functie van volgende week”. Nog een beetje wedstrijdritme opdoen kan inderdaad geen kwaad. Want volgende week worden inderdaad de prijzen uitgedeeld, op het officieuze clubkampioenschap veldlopen.

In Hamme nog in strijd met een Spartaanse junior, gisteren met een Spartaanse master. Ik noem hem Eddy de marathonman. De man die zijn 42 km nog ruim binnen de drie uur afhaspelt. We zaten in een groepje van een vier, vijf man. Hij kwam naast mij lopen en zei: “Jos, we gaan ons niet laten doen door die mannen hé.” Meer dan een piepende “nee” kwam er bij niet uit. Ik had de kracht, noch de zuurstof om er nog meer woorden aan te verspillen. En wat deed Eddy: er tijdens een slijkerig stukje een fameuze snok aan geven. Resultaat, we waren een paar man kwijt. Tijdens de koers hoorde ik de tekst “I’m half the man I used to be” in mijn hoofd galmen want toen ik in de lussen zag welke verschillen er waren met de mensen in wiens buurt ik vroeger liep… Er is nog veel werk aan de winkel. Vraag het maar aan de ouders van een Londerzeels toptenniserke. Terwijl vele PDB-ers met prijzen zoals een gsm, een radio/cd-speler en meer van dat fraais huiswaarts keerden was ik tevreden met mijn twee flesjes Duvel. Gezondheid trouwens. We hebben er bovendien ook Marlies uitgewuifd. Een dame waarvoor ik mijn hoed af doe.

Later die avond, terwijl de dames hun lichamen zuiverden in een sauna, stoomcabine en jacuzzi heb ik de strijd geleverd aan de kaarttafel. En toen, toen gebeurde het: Dirk moest er aan geloven.

woensdag 23 januari 2008

Jean Louis Philippe

Sinds enige tijd hebben wij de eer kennis gemaakt te hebben met Jean Louis Philippe de Lore.

Jean Louis Philippe is een zeventienjarige jongeman die binnenkort zijn humaniorastudies beëindigt en zich zal vervolmaken aan de universiteit van Montpellier opdat hij het diploma “Mention Droit privé, sciences criminelles et carrières judiciaires” kan behalen.

Jean Louis Philippe is de enige zoon van Jean-Jacques en Céline de Lore - van der Beke de Cringen. Deze familie heeft fortuin gemaakt ten tijde van de industriële revolutie in Gent, meer bepaald in de katoennijverheid.

Heden ten dage besteedt hij zijn vrije tijd aan polo. Met zijn club komt hij uit in de hoogste mogelijke afdeling. Vanzelfsprekend zijn de criteria om hier aan deel te nemen niet van de minste. Hij beoefent ook de golfsport maar ziet dit eerder als een spel dan een sport. Des winters zal u hem vinden op velerlei skipistes alwaar hij het Alpijns skiën beoefent.

U begrijpt dat wij zeer verheugd te zijn deze sympathieke mensen in ons midden te mogen verwelkomen.

maandag 21 januari 2008

De Brokkenmakers

Wat schreef ik nog niet zo lang geleden? Dat ik geen goed oog had in wat 2008 zou brengen? Wel, het nieuwe jaar was 15 dagen jong en ’t was al van dat.

Ik kreeg een telefoontje van mijn madame die in ware Peter Van de Veire stijl me liet weten: “Ik ga later komen, ze hebben in mijn gat gezeten”. Wat was er nu aan de hand: zij was netjes haar beurt aan het afwachten op één van de vele kruispunten op de A12. Zij was tweede in een rij van drie wagens. De verkeerslichten kleurden groen maar rijden ging niet, te veel verkeer. Eén iemand ging er van uit dat je in alle omstandigheden bij groen licht moet doorrijden. Resultaat: die persoon rijdt in op de derde wagen in de rij, die op zijn beurt op Yvonne inrijdt, die op haar beurt tegen de eerste wagen botst. De inzittenden van de wagen die al deze ellende hadden veroorzaakt waren, en nu moet ik goed opletten wat ik schrijf, van niet-Belgische herkomst. En een verklaring hadden zo ook onmiddellijk: nieuwe wagens zijn uitgerust met ABS, als je met zo’n wagen remt dan sta je onmiddellijk stil. Helaas hadden zij een oude wagen, zonder ABS dus. Dus je mag zoveel remmen als je wilt, tijdig stilstaan gaat niet. Het ongeval was dus niet te vermijden. Yvonne dacht er anders over, nam haar GSM en verwittigde de politie.

Vandaag deelde ik bijna in de brokken. Net voor de afrit in Wemmel, komende van Groot-Bijgaarden, rij ik op het eerste vak, twee vrachtwagens voor mij. De eerste vrachtwagen neemt de afrit, de tweede rijdt verder. Beslist de chauffeur dat hij niet deze afrit moet hebben maar deze naar de A12, een honderdtal meter verder. Mijnheer draait zijn stuur naar links maar ziet de tweede vrachtwagen niet, die ondertussen op gelijke hoogte hangt. Ik vol op mijn rem, luid claxonnerend en knal: de invoegende vrachtwagen raakt de linkerzijde van andere vrachtwagen. Me een weg banend tussen de rondslingerende brokstukken neem ik de afrit naar de A12.

En gisteren was het te doen in Herentals. Vijf jaar geleden heb ik er één van mijn betere crossen gelopen. Toen nog als senior. Chris, Tom, Lieven,… Ze moesten er allemaal aan geloven. Zonder pardon. Gisteren was het wel even anders. Er stond iemand langs de omloop die het aantal gepasseerde deelnemers telde. “116” riep hij de eerste keer, het daalde wel naar 110 en dan naar 106 maar echt vrolijk werd ik daar niet van. Aan de aanmoedigingen lag het in ieder geval niet. Tenzij, net na de start, toen we opgehouden werden door een versmalling klonk het als volgt:”Jos! Ge zit veel te ver vanachter! Ge moet opschuiven! Komaan, hé zeg!”. De dame had wel gelijk maar gelukkig had ze het tegen een andere Jos. Neen, dan heb ik veel liever het PDB-team als supporters. Eerst stonden ze in verspreide slagorde rond de omloop, later vormden ze als het ware een erehaag. Lieve mensen, bedankt voor de aanmoedigingen maar volgende keer ook eens “mexican wave” wanneer ik passeer ;-)
Echt happy was ik niet na de aankomst. Daar waar ik vorige week vooral mijn eigen tempo aanhield, heb ik gisteren geprobeerd duels met andere deelnemers aan te gaan: tempo verhogen om aansluiting te vinden bij een groepje, reageren op een versnelling… . Maar ik had het gevoel dat dit niet volstond, dat ik maar wat liep aan te modderen. En ja mijn buik(je). Overduidelijk waarneembaar op de foto’s. Allemaal de schuld van dat nieuwe singlet. Heb ik daar al op gevloekt! Ten eerste: ze vallen niet op. Vroeger kon je van mijlenver de VAC-atleten opmerken, nu lopen ze anoniem in het peloton. Ten tweede: de moddervlekken verdwijnen niet na een wasbeurt. Nog een paar slijkerige omlopen en we hebben een bruin singlet in plaats van een wit. Ten derde: mijn buik valt er te veel in op.

Laat ons proberen het iets positiever te zien. Laat ons veronderstellen dat de afstanden in Hamme en Herentals bij benadering juist zijn. Dan heb ik in Hamme een gemiddelde gehaald van net geen 14 km/h en in Herentals was dat 14,5 km/h. En ik, ik sta toch maar lekker aan de start. Waar zijn al die andere atleten? Zij die een veel betere fysieke conditie hebben dan ik, zij die geen overgewicht moeten meesleuren? Schrik om hun singlet vuil te maken? Schrik om een pandoering te krijgen van Dirk? Binnen een paar weken zullen ze allemaal uit hun pijp moeten komen. Ik kijk er naar uit.

maandag 14 januari 2008

Aan de oevers van de Durme

Donderdagavond, na een uurtje duurlopen, voelde ik me klaar om me aan een cross te wagen. Zonder al te grote ambities, meedoen en uitlopen zonder opnieuw geblesseerd te raken zou al een overwinning, hoe klein ook, zijn.

Toevallig had Catherine op zaterdagmiddag een teambuilding sessie georganiseerd. In een ontspannend kader heb ik al het vuil dat in mij zat uitgezweet. Tegelijkertijd werd er verteld over de dingen des levens. De avond werd afgesloten met een maaltijd, een groepsgesprek en een spelletje whist (kwestie van op het eind van de dag toch winnaars en verliezers te hebben). Kortom, de ideale voorbereiding een dag vóór een cross.

En zondag stonden we dus in Hamme. Met de daver op mijn lijf. Stel dat ik me toch zou blesseren, ik hoorde ze het al zeggen: “Ik had u toch gewaarschuwd hé. Ge zijt veel te vroeg opnieuw begonnen. Maar ja, naar mij luisteren…”. Na een korte opwarming, ik was al buiten adem en ’t moest nog beginnen, stond ik aan de start. Ik voelde mijn spieren in mijn benen terug afkoelen, dus begon ik ze warm te wrijven. Stel u voor dat ik net na de start al een verrekking zou oplopen. De eerste rijen begonnen zich voorover te buigen om zo snel mogelijk te kunnen vertrekken. “Laat ze maar doen” dacht ik, “Ik ga op mijn gemakske vertrekken”. En zo geschiedde. En dan mijn tempo gezocht en vooral er voor gezorgd dat ik me niet zou vergalopperen. Tijdens de tweede van de vier ronden maakte ik me de bedenking dat dit tempo aanhouden me waarschijnlijk wel zou lukken maar besefte ik dat ik nog veel kilometers zal mogen trainen om enigszins in de buurt te komen van het tempo waaraan ik vroeger liep. Net na het ingaan van de laatste ronde hoorde ik een junior van Sparta Vilvoorde naderen. Een ronde eerder was die nog op zijn moeder aan ’t roepen toen ik hem voorbijliep (“ik kan niet meer, ik ga stoppen,…"). Hij had blijkbaar zijn tweede adem gevonden en liep me voorbij, aan een niet onaardig tempo. “Niet plooien en hem volgen” spookte me door het hoofd. En ja, dat ging me nog goed af ook. Zo goed, dat niet ik maar hij plooide. En zo bleef ik de laatste junior toch nog voor.

En na de aankomst maakte een gelukzalig gevoel zich van me meester. Rustig wandelend naar de start om mijn kledij te halen, genoot ik van de felicitaties die ik mocht ontvangen.

’s Avonds, aan tafel, werd me wel duidelijk gemaakt dat ik aan nog iets anders moet werken: mijn (over)gewicht. “Toen ik u zag lopen, ge leek zo zwaar”, “Ge had precies een buikske”. En dat buikske valt op omdat ik mijn singlet in mijn broekje stop, opdat de sponsors goed zichtbaar zouden zijn. Maar ze hebben wel gelijk. Ik moet nog enkele kilo's zien kwijt te raken.

Voorts was er nog iets waar ik die avond van schrok. Op de website van de VRT-nieuwsdienst las ik dat Kolonel Paesschierssens overleden was. Nog zo een held uit mijn kinderjaren. De man die me wegwijs maakte in het verkeer. Nog later was hij de man die, dankzij zijn boek, me hielp met de voorbereiding van mijn theoretisch rijexamen. Dankzij Kolonel Paesschierssens slaagde ik in dat examen.

maandag 7 januari 2008

Het derde lichamelijke Werk van Barmhartigheid

Op nieuwjaarsdag heb ik het tweede deel van De Kronieken Van Panchrysia gelezen. Of eerder een poging gedaan om het te lezen. Mijn geest was er niet klaar voor. De al te korte nacht zal er voor veel tussen gezeten hebben. Zaterdag heb ik het voor een tweede keer gelezen en het ging me veel beter af. Op naar het derde deel.

Gisteren werd in Grimbergen, na een maand inactiviteit, de draad van het veldloopseizoen terug opgenomen. Zolang ik nog niet meedoe hou ik me bezig met foto’s trekken. Pieter combineert ze allebei: lopen en fotograferen. En wat mij betreft heeft hij dit weekend de prijs voor de mooiste foto gewonnen. Hieronder vind je zijn kunstwerk: de meisjes cadetten die omringd door herfstbladeren klaar staan voor de start (klik er op voor een vergroting).



Stefan vertelde me ook over een collega van hem die er was. Bleek dat ze lid was van VAC. Vroeg Stefan aan haar: “Ken jij dan Jos Decubber? Hij is daar ook lid.” Zei de dame: “Neen, ik ken hem niet maar zijn naam ken ik wel. Ik zie die op veel broekskes staan”. Zo is eens te meer bewezen dat sponsoring werkt. Naamsbekendheid vergoten heet dat. We mogen blij zijn dat het PDB-team sponsors heeft om zijn leden te kleden. Er zijn clubs die daar niet in slagen. Wie een scholiere wil zien, die na haar aankomst haar truitje zal afstaan aan haar moeder opdat zij aan de start kan verschijnen, moet volgende zondag maar eens naar Hamme afzakken.