zondag 28 februari 2010

Ze zijn zo lief

“Beste trainer,

Enkele weken geleden heb ik je een mail gestuurd waarin ik je gevraagd heb me in te schrijven voor het Belgisch kampioenschap veldlopen voor Masters. Ik stuur je nu deze mail om je te vragen of het mogelijk is mijn inschrijving te annuleren. Ik verklaar me nader.

Het crossseizoen loopt op zijn einde. Er zijn er die vinden dat het lang genoeg geduurd heeft, ik vind het eerlijk gezegd jammer dat we binnenkort de lange pinnen van onder onze spikes moeten schroeven. Omdat mijn trainingmaatjes Dirk & Bert de allerlaatste cross van dit seizoen, het Belgisch kampioenschap van de veteranen, zouden lopen, vond ik het een goed idee om me ook in te schrijven. Wie weet volgt er nadien een Cross-Afterparty, die zou ik niet willen missen. Ik had helaas één ding over het hoofd gezien.

Gisterenavond zaten wij, en daarmee bedoel ik mijn madame, onze dochters en ikzelf aan tafel. Er werd over van alles en nog wat gekeuveld. Het was echt gezellig. Tot…, tot ik hen vroeg of ik al gezegd had dat ik mee zou doen aan het Belgisch kampioenschap. Niet dus. “En wanneer is dat?”, vroeg mijn madame me. Een terechte, logische vraag. Maar ik kon ze niet beantwoorden. Ik had geen idee wanneer dat kampioenschap zou gelopen worden. Het fantastische medium “internet” had wel een antwoord op de vraag. Het antwoord was “21 maart”.

Prachtige datum, niet? Het begin van de lente, wakker worden door zingende vogels, bloemen in de tuin, de knoppen in de fruitbomen, de zonnestralen die warm aanvoelen. En vooral: onze huwelijksverjaardag. Beste trainer, waren de ogen van mijn drie dames kogels geweest, ik had dit niet meer kunnen schrijven. “Hoe is het mogelijk dat gij op de dag van onze huwelijksverjaardag, turkoois dan nog wel, zou gaan crossen?”. Heel simpel, omdat ik niet wist dat beiden op dezelfde dag vielen.

Vandaar, trainer, mijn vraag of je me nog van de inschrijvingslijsten kan schrappen. Alvast bedankt.“

Dit is de mail die ik beloofd had te verzenden. Ik kon niet anders, want zoals ik het hierboven beschreven heb, zo is het gegaan. Geen letter ervan is gelogen. Gelukkig heb ik schatten van dames in huis. Want, toen ik vanmiddag na de training thuiskwam, vroeg mijn madame of ik me al had uitgeschreven. Ik moest bekennen dat ik dat nog niet gedaan had. Toen gebeurde er iets heel speciaal. Ze legde haar armen rond mijn nek, gaf me een kus op mijn wang en zei: “Maar goed ook. Ik wil dat je meedoet”. Ik wist niet goed wat zeggen. Ik keek naar mijn dochters en zag in hun ogen een goedkeurende twinkeling. Zijn ze niet lief, mijn drie dames? Ja toch. Ik heb wel moeten beloven dat ik die vrijdag, 19 maart, niet mag gaan trainen. Natuurlijk dat ik die dag thuis blijf. 19 maart, mijn feestdag, al vijfenveertig jaar lang. En dat ik dat mag meemaken met mijn dames, geweldig.

maandag 22 februari 2010

Moderne tijden

Vorige week was ik voor een tweedaagse in ons buurland Luxemburg. Niet om er een paar dagen van de krokusvakantie te slijten maar om professionele redenen. Natuurlijk ben ik er ook ooit als toerist geweest. Heel lang geleden, tijdens de prille relatie met mijn vriendin, nog altijd hetzelfde meisje dat ik nu mijn madame mag noemen, zijn we meerdere keren naar het kleine Zwitserland geweest. Waarom Luxemburg? Omdat, en dat heb in nu ook nog mogen ondervinden, het een schilderachtig mooi land is. Ik herinner me dat Luxemburg nog andere troeven had om het te bezoeken. Eerder van financiële aard.

En dat de tijden veranderd zijn heb ik mogen vernemen tijdens mijn bezoek. Ons buurland kende geen werkloosheid, geen stakingen, tot de economische crisis vorig jaar keihard toesloeg. De anders zo vrijgevige staat kon niet meer helpen. Plots werden mensen ontslagen. Zelf in de motor van de Luxemburgse economie, de banken, moesten er banen sneuvelen. Dexia (vierduizend werknemers, onvoorstelbaar veel voor een bedrijf wat handelt in een fictief goed als geld), Arbed (horende bij Arcelor Mittal) en Goodyear (de bandenfabrikant waar ik op bezoek was) zijn de grootse werkgevers van het groothertogdom en hebben moeten delen in de klappen.

Dat de tijden veranderd zijn, daar word ik de laatste tijd fijntjes op gewezen door mijn dochters. Als ik hen mag geloven moet ik me dringend herpakken, me aanpassen aan het leven in de eenentwintigste eeuw. De tijd dat er twee zenders op televisie waren, Brussel Vlaams en Brussel Frans, ligt nog niet zo ver achter ons. En dat wij toen nog naar zwart-wit beelden zaten te kijken, het klinkt als de prehistorie. En dan heb ik hen nog niet verteld dat onze dagen gevuld werden met Tante Terry en haar klein, klein kleutertje en de Vrolijke Vrienden van Nonkel Bob. “Tip Top” zorgde er voor dat de woensdagmiddag verstreek. Wat een contrast met de tijden waar we nu in leven. Ik kan me niet voorstellen dat ik als veertienjarige naar een film zoals Bo zou gaan kijken, al mag het dan nog een verfilming zijn van een boek geschreven door een jeugdauteur. Maar goed ook dat onderwerpen zoals kinderprostitutie en pedofilie niet geschuwd worden. Het zal vroeger ook bestaan hebben maar slechten enkelen wisten er van, nu weet iedereen dat het bestaat. Vraag is dan of de tijden dan wel veranderd zijn. Economische crisissen hebben ook altijd bestaan. Hoe we met die dingen omgaan, hoe we ze ervaren, ondergaan, verwerken, misschien is het dat wat veranderd is.

vrijdag 12 februari 2010

Lopen in Lennik is altijd een feest

De organisatoren van de cross in Lennik, ik mag ze wel. Akkoord, ze schuiven ons daar een omloop onder onze spikes die de meesten onder ons doen huiveren. Je moet al goed gek zijn om daar aan de start te verschijnen wetende dat je zo goed als continu bergop en bergaf moet lopen. Maar de verschrikkelijke gedachte van het moeten afzien wordt verzacht door de muziek die ze door de luidsprekers jagen. Het moet zowat de enige plek zijn waar Vlaamse schlagers inspirerend werken. Ik weet niet of dat op mijn collega-lopers dezelfde uitwerking heeft, althans bij mij wel. Ik word er welgezind van, krijg zin om te dansen en vooral om te lopen. Bergop en bergaf, draaien en keren, ik haat het, maar niet in Lennik. En omdat het zo plezant was, heb ik er twee filmpjes van gemaakt



woensdag 3 februari 2010

Dromen over...

Nog niet zo lang geleden hadden we het thuis over welke dromen we hebben. Ieder van ons vertelde over zijn of haar verlangens. Ik vroeg me af hoe mijn leven er zou uitgezien hebben moest ik begenadigd zijn geweest met één of ander artistiek talent. Grafisch kunstenaar, muzikant, acteur. Veronderstel dat ik de gave had om hierin uit te blinken. Zou ik mijn leven die richting ingestuurd hebben of zou ik voor een stabieler, minder risicovol bestaan gekozen hebben?

De vraag heeft zich nooit gesteld. Geen talent. Ik bewonder die mensen die wel gezegend zijn met die gaven en er resoluut voor gegaan zijn. Ik was dan ook danig onder de indruk van een jongedame. Niet alleen omdat ze er niet onaardig uitzag, ze droeg meestal van die salopettes waarvan ik me trachtte te verbeelden wat er onder die kledij verborgen zat, maar vooral omdat ze met amper duizend euro op haar rekening hier alles achtergelaten heeft om op een exotische locatie haar ding te doen: fotograferen en films maken.

Zij ziet het groots, ik eerder kleinschalig. Hier en daar duik ik samen met mijn fototoestel op en begin als een gek alles en iedereen te fotograferen. Sinds kort heb ik mijn eerste stappen in het filmen gezet. Met een bang hartje wacht ik de beoordeling van de specialisten ter zake af.