zondag 29 november 2009

De Sparta cross in het domein Drie Fonteinen

De spieren willen opnieuw meewerken. Dus kunnen we ze terug aan het werk zetten. Ik heb jullie al verteld over onze tocht in het Zoniënwoud, of hoe een duurloop uiteindelijk uitmondde in een stevig vaartspel. Een plezante manier om pittig te trainen. Afgelopen dinsdag, dat was andere koek. Ook pittig, zeg maar heel pittig. Trappen oplopen. Vele trappen oplopen. Niet echt mijn ding want ik was de traagste van allemaal. Maar ieder van ons had iets gemeenschappelijk: dikke, trillende benen. Amper vierentwintig uur later moesten er achthonderden gelopen worden. En dat ging verwonderlijk goed. Voor de moraal was dit, in het vooruitzicht van de cross op zaterdag, een goede trainingsweek.

Zaterdagvoormiddag, de regen viel bij bakken uit de lucht, de wind waaide wervelend. Geen prettig vooruitzicht maar als bij wonder begon het net voor de middag op te klaren. Het bleken achteraf gezien, ideale omstandigheden om aan veldlopen te doen. Natuurlijk lag de omloop er modderig bij. Maar al bij al viel dat enorm mee. En bovendien, het gaat hier om crossen, ploeteren is hier niet verboden.

Het startschot stuurde ons enkele honderden meters een helling op. Mijn gedachten waren toen bij Johan die, een maand na zijn geslaagd marathonavontuur, alweer een nieuwe uitdaging aanging. Hoe zou hij die eerste crossmeters ervaren? Maar algauw werd ik tot de orde van de dag geroepen. Na de hellende start werden we een bosje ingestuurd en werd ik gepasseerd door Londerzeelse Hans. Die man was ik in Kortenberg voorafgegaan, dus ik moest hem volgen. Even later zag ik clubgenoot Eddy langskomen. Hier ook had ik geen keus, ik moest maken dat ik mee was. Het tempo dat me opgelegd werd vond ik vrij hoog liggen. Hoe lang zou het duren eer ik zou barsten? Een ronde later plaatste clubgenoot Guy een versnelling waarop ik niet anders kon dan reageren. Ondertussen werd ik gewaar dat ik geen moeite had om dat tempo aan te houden. Een versnelling bracht me in het zog van een pelotonnetje. Dat had de trainer ook gezien. Hij riep me toe dat ik nog vele plaatsen kon opschuiven. In de volgende ronde kon ik Kapellse clubmakkers Marc en Danny inhalen. Met nog één ronde te gaan zag ik teamgenoot Eric voor mij. Ook dat was de trainer niet ontgaan en hij maande me aan te versnellen. Iets wat ik deed, maar het bracht me niet dichter bij Eric. Hij zal wel in die laatste ronde het volle pond gegeven hebben. Ik daarentegen, merkte dat ik niet meer de kracht had om na een scherpe bocht te versnellen. Ik begon ook luidop te ademhalen, te kreunen, iets wat ik anders nooit doe. Gelukkig was de aankomst vlakbij.

Dit smaakt naar meer. Niet alleen bij mij maar ook bij Johan. Allebei hopen we enkele plaatsjes op te schuiven in de uitslag. Komende zondag hoop ik in de eerste helft van het pak te zitten want dat is me zaterdag alweer net niet gelukt. Het enige minpuntje van een voor de rest geslaagde cross.

dinsdag 24 november 2009

Lopen in de Brusselse groene long

Heel lang geleden ben ik een welp geweest. Een welp in Evere dan nog wel. Af en toe gingen wij ravotten in het Zoniënwoud. Ik herinner me dat we niets anders deden dan in diepe ravijnen te dalen. Ik ga jullie iets bekennen. Ik deed dat niet graag. Beneden geraken was al een hele opdracht voor mij. Ik was zo een angsthaas, niet te geloven. Maar mijn knieën gingen pas echt aan het knikken en beven toen we het ravijn terug moesten uit klimmen. Ik had schrik dat ik er nooit uit zou geraken.

Zondagvoormiddag ben ik nog eens in dat woud geweest. Mijn welpenpsychose ben ik na dertig jaar kwijtgeraakt. Ik verwachtte ook niet op handen en voeten uit ravijnen te moeten klauteren. Neen, ik was er naar toe getrokken om er een duurloop te doen. Ik was er niet alleen. Een bont gezelschap, jong en minder jong, was present. Onder hen vier mannen die nog nagenieten van de conditie die ze verzameld hebben dankzij hun marathon van een goede maand geleden. Dat dit vuurwerk zou opleveren, dat kon je zó voorspellen.

Het was de trainer die het vuur aan de lont stak door ons enkele versnellingen te laten doen. Je kon zo aanvoelen dat de ene de andere aan het testen was. Diegene die de kop nam werd onmiddellijk bijgehaald. Niet veel later moest de trainer ons niet meer aanporren om nog een versnelling te doen. Er volgde een spervuur van aanvallen. Dan op een stuk bergop. Even later, na een hergroepering, op een dalend gedeelte. En hopla, weer een aanval. Wie gaat nu het gat dichtlopen?

Anderhalf uur heeft onze tocht geduurd. Het werd een echte crosstraining. Een deugddoende training. Ik hield er in elk geval een goed gevoel aan over.

zondag 22 november 2009

Samenvatting van deze zondag

Met Bert door het slijk
Met Dirk heuvel op en af
Patrick wijst de weg

Modder afspoelen
Frietjes, kip en champignons
Ijsje als dessert

Wind wiegt de bomen
Druppels landen op vensters
Ben blij thuis te zijn

donderdag 19 november 2009

Midlifecrisis

Was er maar meer tijd
Om te doen wat ik graag doe
Ik zou niet dralen

woensdag 18 november 2009

Bijlange geen Kortenberg

De kop is er af. De eerste cross is gelopen. En niet zo maar een cross. Het was er één in het rijtje van de “gevreesde” omlopen. Wat kan een cross zwaar maken? Modder, zand, scherpe bochten, hellingen. Welke crossen in dat profiel passen? Lennik, zeker en vast. Bertem ook, maar daar zijn ze er mee gestopt. Het BK voor Masters in Grobbendonk, eerder dit jaar, dat was ook niet van de poes. En die ene keer dat ik in Brussel gelopen heb, die ben ik ook nog niet vergeten. Kortenberg hoort ook in dat rijtje thuis. En in Kortenberg is mijn crossseizoen begonnen.

In Kortenberg moeten ze gedacht hebben: “Weet ge nog toen er tot helemaal boven moest gelopen worden? Dat waren nog eens tijden, hé”. En zo werden we totaal onverwacht, op de website van de organiserende club werd nog de oude omloop getoond, geconfronteerd met een extra helling. Twee hellingen dus. Per ronde wel te verstaan. Eén lange en één korte maar een o zo nijdige. De lange afdaling was zo steil dat mijn benen amper konden volgen.

Dat zou ook te maken kunnen hebben met mijn weerspannige spieren. De verrekking die ik in mijn linkerbil had opgelopen tijdens mijn marathon was nog maar net genezen of ik voelde een druk in rechter hamstrings. Er zit daar een mysterieuze plek die zijn moment afwacht om te veranderen in een verrekking of misschien zelf een scheur. Welke van de twee het wordt hangt af van de intensiteit van de inspanning.

De versnellingen vóór de cross heb ik voorzichtig afgewerkt. Het leek alsof ik op de tippen van mijn tenen liep om toch maar niet die spieren wakker te maken en ze te doen besluiten alle medewerking te stoppen. Om dezelfde reden ben ik heel voorzichtig gestart. Elke keer dat ik de rechtervoet op de grond zette vreesde ik een pijnscheut te voelen. Die kwam er niet.

Al bij al mag ik niet ontevreden zijn. Ik hoop alleen dat ik de uithouding die ik dankzij mijn marathonavontuur heb opgebouwd ten volle kan uitbuiten in een cross. Misschien al binnen anderhalve week in Vilvoorde en zijn Drie Fonteinen. Ook een niet te onderschatten omloop.

dinsdag 10 november 2009

Miss Communicatie

Wat heb ik me geërgerd aan de informatie die ik via alle mogelijke kanalen voorgeschoteld kreeg. Vooral dan aan de tegenstrijdige informatie.

Zijn die whereabouts wel makkelijk in te vullen of niet? Is die procedure bij het TAS duur of niet? Zijn de straffen van Yanina en Xavier wel opschortend of niet? Hebben de spelers van Standard wel een prik tegen de Mexicaanse griep gekregen of niet? Werd er wel beslist om de spelers van clubs die Europees spelen te laten inenten of niet? Het is een welles-nietes spel tussen de specialisten ter zake. De ene verwijt de andere onzin te verkopen. En ik, onnozelaar die dat allemaal leest in de hoop een eigen mening te vormen, moet dat allemaal slikken.

En wat interesseert mij dat Veerle Dejaeghere huwelijksproblemen heeft, op hotel heeft moeten slapen maar nu bij haar zus ingetrokken is. Geen fluit. Maar ik krijg het wel te lezen in het wedstrijdverslag over de cross in Mol afgelopen zondag, willen of niet.

Ik lees op de website van mijn club dat er twee leden bijgekomen zijn. Ik zou beschaamd zijn om daar mee naar buiten te komen. Amper twee nieuwe leden. Of bedoelen ze het aantal nieuwe leden dat geen lidgeld hoeft te betalen?

Wat een toestanden allemaal. Ze kunnen allemaal de pot op. Omdat de kwaliteitsmedia mij toch niet slimmer maken lees ik voortaan de boekskes. Lichte lectuur waarvan je op voorhand weet dat de inhoud niet belangrijk is, dat je die niet hoeft te onthouden. Ik hoef er mij dan ook niet meer druk over te maken. Misschien lees ik dan wel dat het tussen Veerle en haar man terug koek en ei is.

woensdag 4 november 2009

Bollocks Being Boiled in Metropolis

Optredens van artiesten wier carrière al lang achter hun ligt, ik heb er een beetje schrik van. Schrik om de door hun zware leven geteisterde lijven te zien, die met veel moeite op een podium voortgesleept worden. Schrik omdat hun enige motivatie het scheppen van poen zou kunnen zijn. Maar toch ook schrik van hun fans. Zij houden nog altijd van die muziek, daar bestaat geen twijfel over. Maar willen ze hun enthousiasme nog tonen? Zijn ze nog bereid om mee te zingen, te springen, hun armen in de lucht te gooien? Of volstaat het voor hen een zitje op een tribune, pintje in de hand en een goedkeurend, rustig applausje na elk nummer?

Daarom heb ik na veel twijfelen dan toch geen kaartje gekocht voor Fleetwood Mac. Hun passage in het Antwerpse Sportpaleis heb ik dus gemist. En dat heb ik me achteraf beklaagd. Want Mick Fleetwood en zijn gevolg hadden er zin in, ongelofelijk veel zin in zelfs. Ik heb alleen maar lovende recensies gelezen.

Een verzameling oude gloriën New Wavers gaan bekijken en beluisteren, dat leek me wel wat. De muziekstijl mag dan wel als “donker” omschreven worden, de beats overgoten met een saus elektronica hadden toch veel “ziel”. En het ging niet alleen maar om de muziek, ook hoe je er uit zag. Dat werd vlug duidelijk toen we de parking van de Ethias-arena naderden. Een massa getooid in zwarte kleding trok in grote drommen naar Sinnersday.

Dat er wel eens veel volk zou kunnen opdagen daar hadden de organisatoren duidelijk niet op gerekend. Lange rijen aan de eetstanden waren het gevolg. Gelukkig verliep de bediening aan de drankstanden wel vlot. Hilarisch waren de toestanden in de toiletten. Stel u voor, dertig urinoirs waar evenveel mannen hun blaas ledigen. Achter elk urinoir, netjes in de rij, nog eens drie à vier mannen die hun beurt aan het afwachten zijn. Dat bracht enkele leuke oneliners op. “Ik heb nummerke 25 . Heeft iedereen zijn nummerke gepakt?”, “mannen, uw tijd is op”, “verdomme, ik sta hier al tien minuten aan te schuiven en als ’t dan uiteindelijk aan mij kan ik niet meer pissen”.

De muziek dan. De mannen van de Bollock Brothers moeten veel in ons land vertoefd hebben. De zanger vertelde over hun passage op het Seaside festival in De Panne. Ik zag toen nog te groen achter mijn oren om naar dat festival te gaan, begin jaren tachtig moet dat geweest zijn. Ik kende het wel van radio en tv. Het was de verzamelplaats voor alle zwartjassen. De Bollock Brothers schuwden de interactie met hun publiek niet. Sympathiek was de hommage die ze brachten aan Patrick Nebel van wie ze zijn “Beats of Love” speelden. Kortom het was een gezellig uurtje. Bij Anne Clark en Gary Numan was het vooral wachten op hun grote hits. Ze spaarden ze op tot op het einde van hun set. Ik vroeg me bij Gary Numan wel bij momenten af hij zong of mee lipte. De mensen van The Human League daarentegen hebben heel wat bekende nummers in hun repertoire. Ze werden dan ook nog goed gebracht en de heupwiegende zangeressen zorgden er voor dat er op het podium ook wat te beleven viel. Afsluiten werd er gedaan met de loeiharde beats van Front 242. Zij traden ooit op in tent in Machelen, 1984 vermoed ik. Het was mijn eerste concert. Samen met mij zijn die mannen dus vijfentwintig jaar ouder geworden. Maar nog altijd “alive and kicking”.

Tiens, dat is misschien een tip voor de volgende Sinnersday. Simple Minds die nummers brengen uit hun beginperiode. “Love Song”, “I Travel”, “The American”, laat maar komen.