dinsdag 26 februari 2008

U2 in april in 3D in België

"De 3D concertfilm van U2, die gedraaid werd tijdens de Vertigo Tour, zal in april in België te zien zijn.

De film draait al in Amerikaanse zalen en komt dit voorjaar ook naar de zalen van Kinepolis in Europa. Op 3 maart gaat U2 3D in Kinepolis Frankrijk in première en op 9 april volgt België

U2 in 3D werd begin 2006 ingeblikt tijdens de slotconcerten op Zuid-Amerikaanse bodem van de U2 concerttournee Vertigo Tour. Er werd meer dan 100 uur gefilmd met een uitgebreid arsenaal aan technische middelen. Het resultaat kon in de VS al op lovende kritieken rekenen: de filmbezoeker die de reliëfbeelden door een Dolby 3D-bril bekijkt, heeft het gevoel op scene, achter de coulissen, en tussen het dolenthousiaste Zuid-Amerikaanse publiek te staan."

zondag 24 februari 2008

Volgens Wikipedia: Zondag wordt algemeen als geluksdag beschouwd.

Deze week heeft mijn madame haar heengaan moeten vernemen in de krant. Klik hier voor haar overlijdensbericht. Hoewel ongepast, hebben we er thuis grappen over gemaakt. De pessimistische doch realistische geest in mij wees me er op, volkomen terecht trouwens, dat er ooit een dag zal zijn dat mijn afsterven in gedrukte vorm aan de wereld kenbaar zal gemaakt worden.

Wat een sombere gedachtekronkels. Laat ons het over plezieriger dingen hebben. Laat het ons over het genot van het lopen hebben. Vanmorgen heb ik mijn duurloop na twintig minuten moeten stopzetten. Pijn in de linkervoet, diezelfde vervloekte linkervoet. Maar voor de verandering op een andere plek in die voet. Te voet terug van Tangebeek naar de Drie Fonteinen. Waarom terug pijn? Geen idee. Of toch wel: oud en versleten.

Maar we gingen het over plezante dingen hebben. Wat een fantastische, zonovergoten, lentewarme dag. Althans dat meende ik toch gehoord te hebben in de verschillende weerberichten, maar gemerkt heb ik het niet.

Maar we gingen het over plezieriger dingen hebben. Wel, ik heb vandaag geen plezante dingen gehoord. Dus stop ik maar met mijn “slecht nieuws” show.

maandag 18 februari 2008

Lenniks Schlagerfestival

In Lennik (of was het Gooik?) weten ze wat “veldlopen” is. Zij kiezen een glooiende wei, halen de koeien er af, slaan palen in de grond, verbinden die met linten aan elkaar en ziezo, de omloop is klaar. Voor sfeer weten ze ook te zorgen. De hele middag werden atleten en supporters bestookt met schlagers en levensliedjes. Eerst met vrolijke deuntjes à la Laura Lynn en Frans Bauer, maar toen begon Jimmy Frey te smeken om die rozen naar Sandra te brengen. En het werd nog zwaarmoediger toen Mieke zong over een kind zonder moeder. En alsof dat nog niet genoeg was kwam daar nog “Pappie, ik zie tranen in uw ogen” van Arno en Gradje er bovenop.

Enfin, daar stonden we dan aan de start. En we moeten eerlijk zijn, ze weten zich in Lennik perfect te houden aan het vooropgestelde uurschema. Wat stond er ons te wachten? 85 bochten, 31 keer naar omhoog, 31 keer naar beneden. Ik wou de fout van veertien dagen geleden in Vilvoorde niet opnieuw maken en ben dus rustig gestart. Een kleine tien meter vóór mij merkte ik Paul op. Paul loopt in andere clubkleuren maar is tegelijkertijd clubgenoot. In één van de stroken bergaf heb ik dat gat dicht gelopen. Twee man vóór mij, twee man achter mij. Die twee vonden het tempo aan de trage kant en muisden er van onder.

Paul, nog iemand van Olympia Londerzeel en ikzelf bleven bij elkaar. En na elke bocht moest ik, alles behalve een toonbeeld van behendigheid, minstens een anderhalve meter toegeven op die mannen. Telkens opnieuw moest ik dat gat terug dichten. Ik kon de kop niet overnemen, de man van Olympia probeerde het één keer, maar Paul liet het niet toe. Gevolg, nog een versnelling. Hoe meer de wedstrijd vorderde, hoe lastiger dat werd. Maar ik wou ze niet laten gaan.

Bij het ingaan van de laatste ronde had ik mijn plan klaar: de schade na elke bocht beperken, bij het ingaan van de laatste bocht op de hielen van die mannen zitten en bij het uitkomen van die bocht een versnelling plaatsen. Ik weet het Paul, 't is niet schoon van mij. Maar tja, dat is koers hé. Ik had dus mijn strijdplan klaar maar dat was zonder Patrick gerekend. Na het uitkomen van de voorlaatste bocht riep hij al: “Gaan”. En ik, brave ziel die altijd gehoorzaam, deed dat. Enkele meters na het uitkomen van de laatste bocht keek ik om en zag Paul op enkele meters hangen. “Tempo aanhouden”, dacht ik bij mezelf. Toen hoorde ik plots Annick schreeuwen, ik keek achterom en zag de man van Olympia op me afkomen. Ik heb al wat in mijn lijf zat er moeten uitpersen om hem nog net voor te kunnen blijven.

Ik heb dus gisteren genoten: mijn koers in de koers gewonnen, vele aanmoedigingen (en dat doet echt waar enorm veel deugd), en een perfecte coaching. Jammer toch dat het cross-seizoen bijna afgelopen is.

donderdag 14 februari 2008

Plagen is om liefde vragen

Ik heb het gisteren nog gehoord: “Plagen is om liefde vragen”. En wat als je de liefde dan hebt? Stopt dan het plagen? Hopelijk niet, want dat plagen maakt het net spannend. Tenzij er geplaagd wordt om de liefde, waarom eerst gevraagd werd, weg te werpen.

Valentijn dus. Commerciële hoogdag voor bloemisten, parfumeriezaken, lingeriewinkels,… Aan mij hebben ze ook geld verdiend. Niet te veel, een beetje maar, maar toch net genoeg om mijn madame blij te maken. En wie brengt de avond door met Frederik Sioen? Mijn oudste dochter. Is dat geen schone Valentijn? Gekluisterd aan de lippen van deze Gentenaar. Kan het nog romantischer?

Ik heb vandaag in de krant gelezen dat liefde delen van de hersenen stimuleert en andere delen uitschakelt. Het zit dus allemaal in het hoofd. Zo ook de pijn aan mijn voet, denk ik toch. Ik heb sinds zondag zo goed als geen last meer. De weer opkomende pijn viel samen met mijn afspraak met de specialist. Een afspraak die ik al veel eerder gemaakt had. Het was alsof mijn hersenen wisten dat ik naar die dokter ging en de pijn weer deden opflakkeren om ze daarna weer te doen verdwijnen. We gaan nog niet te snel victorie kraaien maar ik moet toch toegeven dat ik me gisteren na mijn zeven keer 1000 m aan 3’48” redelijk content voelde. En als we Frank Deboosere mogen geloven zal het de komende dagen niet regenen. Dat wordt dan komende zondag een primeur: voor de eerste keer geen modder op de Gooikse weide.

donderdag 7 februari 2008

Ne vree wijze film

Vandaag was ik de chauffeur van mijn jongste dochter. Zij en een vriendinnetje wilden een film zien. Wij naar de bioscoop. Maar in plaats van ze er te droppen en terug te gaan halen heb ik mezelf getrakteerd op “Aanrijding in Moscou”.

Twee redenen waarom die film me interesseerde. Er wordt gesproken in een Vlaams dialect. Ik hoor graag mensen vertellen in hun dialect. Bovendien speelde het verhaal zich af in Ledeberg, Gent. Mijn geboortestad. Niet dat ik er veel herinneringen aan heb. Ik was één jaar oud toen we naar Schaarbeek, Brussel trokken. Maar het Oost-Vlaamse dialect heeft me altijd weten te bekoren.



Matty legt in het begin van de film haar situatie uit: “Mijne man zit in een midlife crisis, mijn oudste dochter zit in haar puberteit, mijn jongste dochter denkt dat ze in haar puberteit zit en mijn zoon geraakt er maar niet in. En mijn auto moet naar de garage”. Zij wil verder met haar leven. Zij wordt verplicht beslissingen te nemen die bepalend zullen zijn voor haar verdere leven. Ik heb van deze film genoten. Komisch en realistisch. Het staat enorm dicht bij het werkelijke leven, de drang om gelukkig te worden.

En wanneer ben je gelukkig? Twee maanden heb ik zonder pijn kunnen lopen. Vandaag heb ik terug pijn. Dezelfde pijn op net dezelfde plaats als toen. Voorlopig train ik wel maar ik vrees dat ik binnenkort mijn loopschoenen zal mogen opbergen. Ben ik nu ongelukkig? Neen. Ik ben wel enorm ontgoocheld. En dan nog. Alles is relatief. Ik ken mensen die voor een wekenlange revalidatie staan na een zware operatie. Waarom zou ik dan klagen?

zondag 3 februari 2008

Volgende keer beter...

Hier zitten we dan, een ontgoocheling rijker.
Les één: zorg voor een goede opwarming. Vijftien minuten loslopen en één, ja één versnelling volstaan niet. Al na enkele meters na de start kreeg ik in beide benen pijnprikkels, net kleine elektrische schokjes.
Les twee: de omloop valt in niets te vergelijken met de vlaktes van Hamme, Herentals en Bornem. Als je hier met veel trainingsachterstand aan begint, kom je de man met de hamer al na één kleine ronde tegen. Zeker als iedereen beslist er een snelle start van te maken.

Nog een kleine ronde verder had ik de mannen, die ik hoopte te volgen, al lang moeten laten gaan. Ook de master van Sparta, die me net voor de start vertelde dat hij in mei hoopt Belgisch marathonkampioen te worden, moest ik vrij snel laten gaan. Ik viel stil. Dacht even aan opgeven, maar ik heb nog nooit opgegeven, dus weigerde ik hier aan toe te geven. Ik wist niet welke VAC’ers er nog achter mij liepen maar dat deed er niet toe. Ik wilde ze het gunnen om me voorbij te snellen. Gewoon omdat ze vandaag beter waren dan ik.

Ik heb me niet alleen geërgerd aan mijn eigen prestatie. Een meisje dat afstevent op de provinciale titel krijgt een inzinking van jewelste. Wordt voorbijgesneld, stort letterlijk in, ligt als een hoopje ellende op de grond, wordt opgeraapt, loopt terug enkele meters en valt opnieuw, op vijftig meter van de aankomst. Ik moest denken aan die atlete die zwalpend de laatste meters van haar Olympische marathon aflegde. Was dat in 1984? Vandaag zijn we 2008 en in dagen van hoogtechnologische spitsvondigheden is het erg vast te moeten stellen dat een medewerker van de organisatie moet lopen naar de mensen die instaan voor de medische bijstand. Op andere omlopen zie je medewerkers met een walkietalkie die de speaker van dienst inlichten over het verloop van de wedstrijd. Stel dat er iets gebeurt, dan kan dat zelfde toestel gebruikt worden om de hulpdiensten te mobiliseren.

En wat dan te denken van het jurylid die Aleksandra, tijdens haar laaste meters, tegenhield. De masters die ondertussen gestart waren kwamen er aan. Dus moest Aleksandra aan de kant, opzij, uit de weg.

Gelukkig is er Marlies die ons verblijdt met foto’s van het mooie Suriname.

zaterdag 2 februari 2008

Begrijpe wie kan…

Omdat de jeugd schrik heeft dat ik de clown zou uithangen, hebben ze me liever niet op een feestje (tenzij om hen te brengen en te gaan halen). Gisteren komt ons jongste thuis en hoe ziet ze er uit?



Vertel mij nu eens, wie hangt er de clown uit? Niet dat ik hen het vertier niet gun. Maar waarom mogen zij wel en ik niet?