maandag 23 februari 2009

Carnaval in Kessel

Carnavalsdag. Aalst, de stad waar ik werk, viert feest. Vier dagen lang. Verkleed als lopers was het PDB-team van plan een feestje te bouwen in het Lierse. En ik had er zin in. De voorbij week had ik immers goed getraind. Ik had er een goed gevoel aan overgehouden. Klaar om te crossen in Kessel.

Ik was er nog nooit geweest. Ik voelde me er onmiddellijk thuis. Gezellig sfeertje, de geur van glühwein en hotdogs die rondom een mooie omloop hing. Meer moet dat niet zijn. En vanzelfsprekend de muziek. Helemaal in de sfeer van carnaval wist Willeke Alberti ons te vertellen over de honger naar mannen van Carolientje, werden we ingewijd in de kleine en de grote wasjes en haalde Andre Van Duin nog eens zijn paard van stal. Een mens wordt er vrolijk van.

Van alles een beetje. Zo zou ik de omloop omschrijven. Starten op een lichte helling om dan ietsje verder een vervaarlijke, sterk dalende S-bocht te moeten nemen. Die draai kon je heel scherp nemen, maar die strook lag er modderglad bij. Je kon de buitenkant kiezen, maar dan zakten je schoenen enkele centimeters diep in een met boomschors bedekte blubber. Koos je de gulden middenweg, dan stond je tot aan je enkels in het water. Er moest dus een keuze gemaakt worden. Na die bocht volgde een heel lang verhard pad. Ideaal om de benen te laten rollen, tempo te maken. Daarna bracht een kronkelend, beslijkt pad ons via een helling naar het ingaan van de volgende ronde waarna we terug de bosjes ingestuurd werden, waar het draaien en keren was op een glibberige ondergrond.

Mijn benen vertellen me dat het goed zit. Althans na de traditionele versnellingen, net voor de start. De prestaties van de PDB-jeugd hebben me ook geïnspireerd, dus ook in het hoofd zit het goed. Om die eerste bocht aan te kunnen vatten komt het er op aan de start niet te missen. Ik heb al uitgemaakt dat ik de buitenkant zou kiezen. Net voor die bocht zit ik in de slipstream van de veel betere clubgenoten. “Goed zo”, denk ik. “Marc zal wel nu al enkele meters op mij moeten goedmaken”. Ik kijk even naar links en wie zie ik daar net voor mij? Marc. “Verdorie, dat wordt hier niet gemakkelijk”. Marc heeft vorige week in Betekom gelopen. Hij heeft daar goed gelopen. Ik wist dus dat ik aan hem een taaie klant zou hebben. Het nemen van de buitenkant van die bocht is dus geen goed idee. Marc neemt de binnenkant en tegelijkertijd enkele meters. Het tempo blijft hoog. Ik probeerde die enkele meters te dichten. Het lukt me niet. Na vijfhonderd meter gaapt er al een gat van tien meter. De koers is dan al gedaan.

Nooit krijg ik de benen vlot rond. Marc blijft maar voorsprong nemen. Op de omloop is er een haarspeldbocht waar de lopers elkaar kruisen. Marc kan dus perfect zien dat zijn voorsprong alsmaar groter werd. Ik vertik het om hem aan te kijken. Het beetje competitiebeest in mij wil niet in mijn kaarten laten kijken hoewel ik weet dat het niet meer zal helpen. Marc is vandaag stukken beter dan ik. Ongeveer vijftig seconden na Marc kom ik aan. Een enorm groot verschil. Dirk is eens te meer twee minuten eerder dan ik aangekomen.

Waar is het fout gelopen? Dat Marc de betere was van mij is aanneembaar. Wij strijden al enkele koersen in elkanders buurt. Dat ik eens het onderspit zou delven is normaal. Maar vijftig seconden moeten toegeven is veel, heel veel. De trainer omschreef het als “niet op dreef zijn”. Hij was dan nog vriendelijk, waarvoor dank. Ik heb nochtans een van zijn tips aan mijn laars gelapt. Te lang foto’s blijven trekken (ik wil zo veel mogelijk PDB’ers op mijn website), dan nog snel naar de sporthal om daar in de file te staan in de sanitaire voorzieningen, één rondje rondom de omloop kwestie van die ook eens verkend te hebben, en dan klaar maken voor de start. Dat verklaart misschien waarom ik niet uitgeput was. Waar ik anders enkele tientallen seconden moet bekomen van de geleverde inspanning was ik nu direct in staat om een conversatie te voeren. Ik denk dat ik mijn lichaam nooit de kans heb gegeven om in een wedstrijdritme te geraken.

Nog twee crossen en het crossseizoen zit er op. Twee Belgische kampioenschappen. Komende zondag in Oostende loop ik het BK Korte Cross. Veertien dagen later zal ik voor het eerst starten in het BK voor Masters. Daarna zal het even rustiger worden. Ik zal dan tijd hebben voor andere dingen. Tijd om te gaan wandelen met onze Joepie bijvoorbeeld.

maandag 16 februari 2009

www.internet.com

Dat het internet enorme mogelijkheden biedt is door iedereen ondertussen gekend. Afgelopen week viel er het één en ander te beleven op het wereldwijde web. Veel dingen zal ik gemist hebben, er is een overdaad aan informatie beschikbaar, maar dit is een relaas van wat ik wel heb opgepikt.

De financiële wereld keek uit naar de aandeelhoudersvergaderingen van Fortis. Woensdag kwamen ze samen in Brussel, vrijdag was Utrecht de plaats waar afgesproken werd. Beide bijeenkomsten konden gevolgd worden via het internet. Mits registratie op fortis.com kreeg je klank en beeld van het gebeuren. Met een simpele muisklik kon je zelf een tolk inschakelen. Ik heb van beide vergaderingen enkele momenten meegemaakt. Opvallend verschil tussen beide bijeenkomsten was de sfeer. Het Heizel-paleis leek bij momenten een voetbalstadion vol gefrustreerde supporters omdat de scheidrechter een, volgens hen, foute beslissing had genomen. Redenaars jutten het volk opdat zij hun gelijk zouden halen. Boven de Moerdijk ging het er rustig aan toe. Via kritische vragen legden de aandeelhouders hun bestuurders het vuur aan de schenen. Wat een groot verschil in aanpak om eenzelfde einddoel te bereiken: het creëren van meerwaarde en een toekomst.

De voorbije week was Bloc Party in ons land. Hun twee concerten in de Ancienne Belgique waren op een vingerknip uitverkocht. Ook hier bracht het internet soelaas. Het vrijdagavondconcert was te volgen via ABtv. Wegens andere verplichtingen heb ik het begin gemist maar zag toch dat het goed was. Dat belooft voor deze zomer op het festivalterrein van Werchter.

Dat brengt ons bij Rock Wechter. De voorverkoop is zaterdag gestart. Niets is zo gemakkelijk als je kaartjes bestellen via het internet. Tenminste als de vraag ietwat in overeenstemming is met het aanbod. Vraag het maar aan de fans van Madonna. Klokslag negen uur, het tijdstip van de start van de voorverkoop, moest ik vaststellen dat er veel file was op ’t net. Het verkeer stond stil. Dan maar mijn kaartjes besteld via een sms. Binnen de minuut was de reservatie een feit. Hier maakt de technologie het iets te eenvoudig voor malafide personen. Vroeger moest je een inspanning leveren als je een concert wilde bijwonen. Ik herinner me de ticketverkoop voor een optreden van U2 in het Gentse Flanders Expo, begin jaren negentig. In België waren er vijf verkooppunten. Wilde je een ticket dan moest je je verplaatsen. En maken dat je op tijd was. Het was één van de beste U2 concerten die ik gezien had. Geen wonder. De zaal zat vol fans die moeite gedaan hebben om hun idolen te zien.

En wat is het eenvoudig om anderen zwart te maken terwijl een hele internetgemeenschap toekijkt. Ik kreeg een mail waarin nogal met modder gegooid werd. Moest ik betrokken partij geweest zijn dan had ik graag geweten wat er gaande is. Maar dat was niet het geval. Ik moest al veel moeite doen om te begrijpen waarover het ging. Maar toch werd ik ongewild getuige van enkele gefrustreerden die het onrecht dat hen, volgens hen, aangedaan werd, wilden delen.

Zo zie je maar. De voor- en nadelen van het internet. Ik ook maak me kwetsbaar. “Wie schrijft, die blijft” zeggen ze. Maar ik moet oppassen wat ik schrijf. Het is een constant balanceren op een slappe koord.

maandag 9 februari 2009

Het Vlaamse Pajottenland, een plek waar gezwoegd, gezweet wordt

Er werd naar uitgekeken. Ik hoorde de jongens praten over het provinciaal kampioenschap dat er aan te komen stond. Ze hadden hun voornaamste concurrenten in de voorbij crossen getaxeerd. Zelf gingen ze uit van hun eigen kunnen. Thuis werd er ook over gesproken. Je kon aanvoelen dat we de koers niet zouden ondergaan, dat we het heft in eigen handen zouden nemen. En iedere deelnemer had sowieso te maken met één en dezelfde tegenstander: de gevreesde glooiende omloop.

En ja hoor. Ook dit jaar moest er geklommen en gedaald worden. De wind stond pal op de neus op de strook waar er het langst bergop gelopen moest worden. Maar de bochten waren breder dan vorig jaar, konden dus sneller genomen worden. Nieuw was een lang vlak stuk maar daarin werden twee venijnige haarspeldbochten verwerkt en enkele modderstroken maakten dat ook dat deel niet echt toeliet om te recupereren.

De trainer raadde me aan om op de eerste rij te starten. En ik luister altijd naar mijn trainer. Na goed honderd meter komt immers de eerste haakse bocht die ons richting eerste helling brengt. Het komt er op aan die draai vanuit een goede positie te kunnen nemen. Derde keer goede keer dachten we met zijn allen want na twee valse starts mochten we dan toch nog vertrekken. Het pistool van de starter, de meest belangrijke functie op een cross, dat vindt de man in kwestie toch, weigerde dienst.

Ik was dan wel vanaf de eerste rij gestart, ik was het bijlange niet die als eerste de bocht nam. Maar toch denk ik dat mijn start niet zo slecht was. De vele lussen laten toe om de concurrentie te zoeken. Op Marc had ik toch al een mooie voorsprong genomen. Die eerste ronde ging echt goed. In de tweede rond bleef ik proberen om niet te veel snelheid in de bochten te verliezen. Maar net toen de trainer me vroeg om me in de volgende bocht te laten gaan, en zoals je weet luister ik altijd naar mijn trainer, voelde ik een been wegglijden. De middelpuntvliedende kracht deed de rest. Ik heb mijn lichaam fameus moeten bijsturen om het niet naast het parcours te zien belanden.

Sinds dat moment was de snelheid er uit. Ik voelde de krachten uit mijn benen verdwijnen. Dit was een serieuze dip. Ik zag dat Marc aan het naderen was. Met Guy in zijn zog. Vóór mij de grote leegte, het grote niets. Na mij, twee clubmakkers die op komst waren. Ik kon geen plaatsen meer winnen, enkel verliezen. Net voor het ingaan van de laatste ronde was het zover. Marc had me te pakken. Guy was blijkbaar achter gebleven.

De bel gaat. Marc neemt over. Ik heb geen andere keus dan te volgen. Het gaat moeizaam. De eerste helling. Ik blijf aanklampen. Op het eind voel ik het tempo dalen. Eens boven volgt een lange afzink. Ik neem de kop en laat mijn benen profiteren van de afdaling. Ik voel dat Marc het moeilijk krijgt. Nu komt het er op aan om tijdens de volgende hellingen niet teveel van de voorsprong af te geven en tijdens de afdalingen te proberen de voorsprong te vergroten. We beginnen aan het laatste vlakke stuk. Ik neem de eerste haarspeldbocht en zie dat ik enkele meters op Marc heb genomen. Maar hij heeft twee lopers van de organiserende verenging rondom hem. Waar kwamen die vandaan? Er zat dus niets anders op dan die laatste drie, vierhonderd meter alles uit mijn lijf te halen. En plots lijkt dat dan toch weer te lukken. Ik krijg mijn benen zover dat ze vlot aan ’t rollen gaan. Het is me terug gelukt om mijn plaats te behouden. Jammer van die dip in de tweede ronde.

Het crossseizoen zit er bijna op. Een constante is dat ik in de laatste ronde me niet wil gewonnen geven. En even grote constante is dat Dirk me op twee minuten loopt. Nu ook weer. Het jeukt nochtans om beter te doen maar het lukt me niet.

maandag 2 februari 2009

Katastroof

Ik heb een heel interessante week meegemaakt. Dat kwam omdat ik trainer was. Een bonte verzameling jongeren mocht ik onder mijn hoede nemen. Meestal ging dat gemakkelijk, af en toe had ik het moeilijk. Moeilijk om niet uit mijn krammen te schieten.

“Met de wijven niks als last”. Zo sterk als Katastroof het zong zou ik het niet willen stellen. Maar het was wel opvallend dat ik met de jongens geen problemen had.

Diezelfde jongeren zijn enorm actief op het internet. Allen zijn ze lid van de Facebook-gemeenschap. Ik reken me ook nog bij de groep van de “actieven” en heb ook een Facebook profiel aangemaakt. Algauw kreeg ik “vriendschapsverzoeken”. De jeugd wou mij als vriend. Ik ging dan ook graag op hun uitnodigingen in. Nadeel voor hen, maar voordeel voor mij is dat ik hun doen en laten kan volgen.

Zo ontdekte ik een afbeelding waarop een voor mij welbekend iemand te zien is, op weg naar een feestje, bengelend rond een lantaarnpaal, in een pose die je eerder van Tanja Dexters zou verwachten. Vooraleer jullie je van alles beginnen voor te stellen, het was al bij al heel onschuldig.

Ik maak er geen problemen van. Ooit zal het wel beteren. Eens 18 zal de volwassenheid de bovenhand nemen. Of toch niet?