maandag 28 april 2008

Over meisjes en jongens die zich willen bewijzen

Vrijdag was ik chauffeur van mijn oudste dochter en één van haar vriendinnen. Eindbestemming: één of andere Beachparty. In de buurt van het feestpaleis draai ik een parking op. Mijn auto belicht een bank met vier paar ontblote beten, vier diep uitgesneden decolletés. Gemiddelde leeftijd van de dames: ik schat 16, 17 jaar. Aan het gemompel van mijn passagiers te horen was de outfit van de straathyacinten niet hun voorkeur. Gelukkig maar. Maar stel dat Vuile Pitou uit Egmond hier zou zijn, de man zou niet weten naar wat eerst kijken. Ik, ik had medelijden met de dames. Medelijden omdat meisjes zo niet horen gekleed te zijn maar ook omdat mijn auto vertelde dat het 14° was.

Deze week vertelde iemand me dat een dokter gezegd had dat pijn hebben een bewijs van een goede gezondheid is. Pijn ervaren bevestigt het goed functioneren van het menselijk lichaam. “Dan moet ik wel kerngezond zijn”, kwam onmiddellijk bij me op.

Alhoewel, ik mag niet klagen. Terwijl de ene helft van het PDB-team aan het bekomen was van het provinciaal kampioenschap, was de andere helft dat aan het voorbereiden. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om stiekem te gaan trainen. De zon gaf een aangename warmte af, de wind blies harder dan de bladeren aan de bomen zouden doen vermoeden. De piste was helemaal voor mij. Eens testen of mijn spieren een strak tempo aankunnen. Dat was de bedoeling. Zes keer vijfhonderd meter. De spikes rondom de voeten gesnoerd. Om te zien of de pezen het aankunnen. Ik was na afloop tevreden. Afgezien maar blij dat afgehaspeld te hebben aan tijden rond de 1’34”.

Een weekend afsluiten met veel zon, een provinciaal kampioen, verschillende podiumplaatsen, een karrenvracht aan persoonlijke records, braadworsten en gebak à volonté? Wat kan een mens nog meer wensen. Geef toe, weinigen zullen beter kunnen. Een mens zou er van gaan zingen. En dat hebben we dan ook gedaan. Zoals bijvoorbeeld de klassieker van Rita Deneve:

Dit is de allereerste keer
Dat ik de liefde tegenkwam
Jij kuste mij en 'k was verloren
Nu staat mijn hart in vuur en vlam

zondag 20 april 2008

Unos dos tres catorce!

“Je waant je als kijker beurtelings een vijfde bandlid, of een uitzinnig meeschreeuwende fan”. Wanneer je de recensies over U2 3D leest, zou je zweren dat je niet naar een concertfilm kijkt maar het concert meemaakt alsof je er zelf bij bent. Ik had nog nooit een 3D film gezien. Al het goeds dat de kranten en tijdschriften over de U2 film geschreven hebben, ik had geen flauw besef van wat ik er mij moest bij voorstellen.

Al na de eerste beelden besefte ik het maar al te goed. Dit is werkelijk fenomenaal. Je zou echt zweren dat die mannen in levenden lijve voor jou staan. Links voor mij, op nog geen meter van me, staat de microfoonstandaard van The Edge. Hij zelf staat voor me te soleren. Dan verschijnt Adam Clayton. Hij is zo vervaarlijk met zijn basgitaar aan ’t zwaaien dat ik even vrees dat de hals in mijn gezicht terecht zal komen. En het drumstel van Larry Mullen van zo dichtbij, badend in een fel wit licht. Ik heb het van alle kanten kunnen bekijken. Ik waan me zelf even achter het drumstel, zie de drie andere bandleden en tegelijkertijd het immense stadion vol flikkerlichtjes. Net echt.

Ook de beelden van uit het publiek zijn angstwekkend echt. Voor mij staat iemand te springen en belemmert mijn zicht. Wat doe je in zo’n situatie? Meespringen. Of je gaat een stap opzij om terug het podium te kunnen zien. Ik dacht het dus werkelijk te doen. Zo echt leek het allemaal.

Dan, plots, Bono staat pal voor mij, hij reikt zijn hand uit. Ik hoef ook maar mijn hand uit te steken en we raken elkaar. “Wipe the tears from your face”, zegt hij. Ik kijk hem aan. “Wipe your tears away”, herhaalt hij. Ik doe het niet. Ik laat ze opdrogen.

maandag 14 april 2008

Maandag is de dag die op zondag volgt

Maandagmorgen. Ik besef nog niet helemaal dat ik wakker ben als ik mijn auto aan het vol tanken ben. Mijn linkeroog ziet dan iets dat mijn rechteroog ook doet openen. Een jongedame steekt de straat over. Lang blond haar op haar rug. Lange beige broek met bijpassende naaldhakken. Vestje dat er perfect bij gaat. Traag maar met zelfzekere passen steekt ze over. Het zebrapad dient als catwalk. Ze zou niet misstaan op het welbekende Place M'as Tu Vu. Helaas voor haar is ze in Blaasveld. Ik zie iets aan haar rechterhand hangen. Ze beweegt haar hand naar haar mond en inhaleert een diepe trek. Bah. Walgelijk. Ik heb genoeg gezien. En daarbij, mijn tank is vol.

Op naar ’t werk. Terug beide ogen half open. Peter en Sofie vergezellen me. Dat maakt de trip wat draaglijker. Luisteraars beantwoorden de oproep van Tom Waes en verzinnen de gekste namen voor een nieuwe sport. “Valschermspringen achter derny’s”, hilarisch toch. Ik zag het al zó voor mij. Een angstig kijkende valschermspringer in de lucht bengelend achter een ruige bonk op zijn derny, die als een Harry Potter op zijn bezem door de lucht klieft. Of de dernyrijder in ’t Kuipke in Gent die zijn rondjes afwerkt met achter hem een in de lucht trappende valschermspringer, hopend dat hij maar niet op de wielerbaan valt. Toch nog iets waarmee we de werkweek vrolijk kunnen beginnen.

zaterdag 12 april 2008

Bollocks

Het weekend bood zich veelbelovend aan. Vrijdagavond zou veel verduidelijken. Zes keer tweehonderd meter. Ideaal om te testen hoe snel we nog kunnen gaan. Zaterdag even recupereren en als supporter de 10 km van Mechelen meemaken. Zondag aan de start staan van de Pegasusjogging. Helaas is het anders uitgedraaid.

De eerste tweehonderd meter waren nog maar enkele meters gevorderd toen een spier in de binnenkant van mijn dij het nodig vond een pijnprikkel naar mijn hersenen te sturen. Ik heb die tweehonderd meter afgewerkt, heel voorzichtig, hopend dat de pijn zou uitsterven. 32” wees de chrono aan. Niet slecht wetende dat je op ralenti gelopen hebt. Maar ’t was wel gedaan met trainen. Zou het toeval zijn? Terug een week aan ’t werk. De stress die op de spieren slaat? Het is niet de eerste keer dat ik op de vrijdagavondtraining ervaar dat mijn benen vierkant draaien na een werkweek. En toch voel ik dat een 1000 onder de drie minuten dit seizoen moet kunnen. De Pegasusjogging mag ik op mijn buik schrijven. Afwachten dan maar of ik volgende zondag de start haal in Melsbroek. Maar vooral wil ik trainen, werken aan mijn snelheid. Maar nu dus even niet.

Vandaag dus als toeschouwer in Mechelen. Vanmiddag werden in de Nekker ook twee voetbalwedstrijden afgewerkt. Of het toeval is weet ik niet maar het ging telkens tussen een Franstalig en een Engelstalig elftal. Heel interessant trouwens. Het liet me toe mijn woordenschat met enkele Engelse krachttermen te verrijken. Ik heb er gisteren ook een paar gebruikt.

maandag 7 april 2008

Over weerwolven en een vuile pitou

De stage was enorm leerrijk. We weten nu allemaal dat Hoe Lang een Chinees is, dat Makikis een Griek is. We weten dat “dzień dobry” Pools is voor “goedendag” en “goedemorgen”.

De stage was ook een enorm gezellige bedoening. Acht volwassenen en veertien jeugdigen – elkeen van de aanwezigen mag zich indelen in de groep waar toe hij/zij denkt te behoren – hebben getraind en gespeeld. Plagerijen zoals het pikken van elkanders kledij, het insmeren van deurklinken met zalfjes, het hoort er bij. Samen lol trappen ook. Alle jongeren rondom een grote zak chips het voor mij tot vorige week totaal onbekende “Weerwolven van Wakkerdam” zien spelen, het was hartverwarmend.

De stage was ook enorm zwaar. Met schrik begonnen aan de 30-60-90 meter spurtjes, zo vroeg op de stage geblesseerd raken zou jammer zijn. Maar tot mijn eigen grote verbazing ging dat enorm vlot. De 800 en 1000den meter werden ruim binnen de gevraagde tijden afgehaspeld. Maar de benen draaiden niet vlot rond. Loodzwaar waren de 3 keer 8 minuten tempolopen in de duinen. Drie keer één grote ronde waar geen meter vlak van was. Altijd stijgen en dalen, dan eens in los zand en dan vol tegen de wind in. Veel aangenamer waren de versnellingen op blote voeten in het ijskoude zeewater. Het klinkt barbaars maar het is het niet. Een aanrader. Echt deugddoend en wat mij betreft een verplicht nummer tijdens een stage is de rek –en lachsessie die de dames hebben georganiseerd. PDB heeft een ander verplicht nummer. Het zal geen enkele keer in zijn stage ontbreken. De gevreesde 2 x 700 meter. Anders gezegd: twee keer sterven. Ik was eerder voorzichtig in mijn ambitie en gokte op en tijd van 2’20”. Zwaar onderschat want de eerste liep ik in 2’08”. Dan de tweede. Ik ben heel voorzichtig gestart want ik had al veel energie verspeeld in de eerste 700 meter. Maar toen gebeurde iets waar ik niet meer op gehoopt had: de benen wilden sneller, de geest ook. Terug afgeklokt op 2’08”. Mijn lichaam begon endorfine aan te maken: lopen is een gelukzalig makende drug.

En tenslotte. De laatste pistetraining zit er op. Het lichaam is leeg, op. Samen met enkele van de meisjes stap ik terug naar het hotel. Zij hebben nog wat energie over en besluiten die te gebruiken in een speeltuin. Terwijl ik kijk hoe de dames zich amuseren, fietst een oude man me voorbij. Ik begin kou te krijgen en besluit de meisjes achter te laten en alleen richting hotel te trekken. Ik ben hooguit honderd meter verder als ik die oude man in een zijweg zie staan. Vanuit de struiken begluurt hij de meisjes. Ik doe alsof ik hem niet opmerk heb en stap verder. Even verder stop ik en draai me om. Die man staat er nog altijd. En, hij heeft ook gezien dat ik blijven staan ben. Hij verplaatst zich tussen de struiken in de hoop dat ik hem niet meer kan zien maar hij vergist zich. En hij maar turen richting speeltuin. Maar af en toe kijkt hij ook om naar mij. Na enkele minuten kat en muisspel tussen de man en mij besluit ik naar de meisjes te stappen. Zij waren ondertussen ook al aan ’t stappen richting hotel. Ik vertel hen dat ze begluurd worden. Enkele seconden later kruist de man ons op zijn fiets. Hij rijdt terug in de richting waarvan hij gekomen is. Ik zoek oogcontact maar hij richt zijn hoofd naar beneden. De Vuile Pitou.