maandag 7 april 2008

Over weerwolven en een vuile pitou

De stage was enorm leerrijk. We weten nu allemaal dat Hoe Lang een Chinees is, dat Makikis een Griek is. We weten dat “dzień dobry” Pools is voor “goedendag” en “goedemorgen”.

De stage was ook een enorm gezellige bedoening. Acht volwassenen en veertien jeugdigen – elkeen van de aanwezigen mag zich indelen in de groep waar toe hij/zij denkt te behoren – hebben getraind en gespeeld. Plagerijen zoals het pikken van elkanders kledij, het insmeren van deurklinken met zalfjes, het hoort er bij. Samen lol trappen ook. Alle jongeren rondom een grote zak chips het voor mij tot vorige week totaal onbekende “Weerwolven van Wakkerdam” zien spelen, het was hartverwarmend.

De stage was ook enorm zwaar. Met schrik begonnen aan de 30-60-90 meter spurtjes, zo vroeg op de stage geblesseerd raken zou jammer zijn. Maar tot mijn eigen grote verbazing ging dat enorm vlot. De 800 en 1000den meter werden ruim binnen de gevraagde tijden afgehaspeld. Maar de benen draaiden niet vlot rond. Loodzwaar waren de 3 keer 8 minuten tempolopen in de duinen. Drie keer één grote ronde waar geen meter vlak van was. Altijd stijgen en dalen, dan eens in los zand en dan vol tegen de wind in. Veel aangenamer waren de versnellingen op blote voeten in het ijskoude zeewater. Het klinkt barbaars maar het is het niet. Een aanrader. Echt deugddoend en wat mij betreft een verplicht nummer tijdens een stage is de rek –en lachsessie die de dames hebben georganiseerd. PDB heeft een ander verplicht nummer. Het zal geen enkele keer in zijn stage ontbreken. De gevreesde 2 x 700 meter. Anders gezegd: twee keer sterven. Ik was eerder voorzichtig in mijn ambitie en gokte op en tijd van 2’20”. Zwaar onderschat want de eerste liep ik in 2’08”. Dan de tweede. Ik ben heel voorzichtig gestart want ik had al veel energie verspeeld in de eerste 700 meter. Maar toen gebeurde iets waar ik niet meer op gehoopt had: de benen wilden sneller, de geest ook. Terug afgeklokt op 2’08”. Mijn lichaam begon endorfine aan te maken: lopen is een gelukzalig makende drug.

En tenslotte. De laatste pistetraining zit er op. Het lichaam is leeg, op. Samen met enkele van de meisjes stap ik terug naar het hotel. Zij hebben nog wat energie over en besluiten die te gebruiken in een speeltuin. Terwijl ik kijk hoe de dames zich amuseren, fietst een oude man me voorbij. Ik begin kou te krijgen en besluit de meisjes achter te laten en alleen richting hotel te trekken. Ik ben hooguit honderd meter verder als ik die oude man in een zijweg zie staan. Vanuit de struiken begluurt hij de meisjes. Ik doe alsof ik hem niet opmerk heb en stap verder. Even verder stop ik en draai me om. Die man staat er nog altijd. En, hij heeft ook gezien dat ik blijven staan ben. Hij verplaatst zich tussen de struiken in de hoop dat ik hem niet meer kan zien maar hij vergist zich. En hij maar turen richting speeltuin. Maar af en toe kijkt hij ook om naar mij. Na enkele minuten kat en muisspel tussen de man en mij besluit ik naar de meisjes te stappen. Zij waren ondertussen ook al aan ’t stappen richting hotel. Ik vertel hen dat ze begluurd worden. Enkele seconden later kruist de man ons op zijn fiets. Hij rijdt terug in de richting waarvan hij gekomen is. Ik zoek oogcontact maar hij richt zijn hoofd naar beneden. De Vuile Pitou.

Geen opmerkingen: