Ondertussen zijn we vaste klant geworden bij de Stayokay
‘s. Na Egmond, Soest en Valkenswaard was het deze keer de beurt aan de
Apeldoornse vestiging van deze keten van jeugdherbergen om ons te ontvangen.
Ons, dat is een bonte verzameling van een dertigtal jonge en iets minder jonge
mensen die zin hebben om er een weekje stevig tegenaan te gaan en evenveel
goesting hebben om zich keihard te amuseren.
Met de meeste aandacht gingen de lopers in onze groep aan
de haal. Twee trainingen per dag, dat is niet min. Al gauw bleken die vier
treden, die de kamers scheidden van de gezamenlijke verblijfsruimte, een
moeilijk te nemen hindernis te zijn. Hoe dichterbij het einde van de stage, hoe
makkelijker het trapje genomen werd. De spieren pasten zich dus snel aan het
trainingsritme aan.
De wandelaars legden er ook de pees op. Tochten van drie
tot vier uur, aan een stevig tempo. Ik zelf heb me beperkt tot twee
fietstochten. Kortom, voor ieder wat wils op deze in hoofdzaak sportieve stage.
Voor ieder wat wils, vooral omdat de omgeving er zich toe
leende. De jeugdherberg lag op een weg waarlangs aan de ene kant een onmetelijk
groot bos lag en aan de andere kant een onmetelijk groot sportcomplex. Ideaal
dus voor een sportief verblijf. Tijdens de fietstochten trokken mijn compagnon
en ik plots grote ogen toen uit het niets een wonderlijk mooi landschap zich
uitstrekte zover onze ogen konden reiken. We waren in de Hoge Veluwe beland. Een
uniek stuk natuur.
Met de jeugd op stap gaan, het heeft iets. Het helpt je
zelf jong te blijven. En het levert soms hilarische taferelen op. Zo merkte ik
twee jonge snaken op, die gewapend met een borstel en een veegblik richting hun
kamer trokken. Er ontstond een kort gesprek:
Ik: “awel jongens, ligt de
kamer er zo vuil bij?”
Zegt de éne: “Dat is normaal
hé Jos. Als ge volk op bezoek hebt gekregen, dan ligt het ’s anderdaags vuil.”
Ik terug: “Mag ik eens komen
kijken?”
Zegt de ander: ”Ja, ge moogt.
Maar op eigen risico. Akkoord?”
14 jaar oud en zo gevat reageren. Fantastisch toch? En al
bij al viel het met het vuil in die kamer best mee.
Eer die twee knapen aan hun borstel geraakten, dat heeft
nog wat voeten in de aarde gehad. Nederlanders en Vlamingen, we spreken
Nederlands maar de woordenschat kan soms zo verschillen. De man aan de receptie
wist niet waar hij het had toen die jonge gasten vroegen of ze een borstel
konden lenen. Met een borstel leggen de Nederlanders hun haar in de plooi. Daar
keren ze het vuil niet mee bijeen. Een ander voorbeeld. Ik heb tijdens deze
stage veel gelopen, maar geen meter aan hardlopen gedaan. In Vlaanderen zou ik
veel gewandeld hebben en geen meter gelopen hebben.
Ook op de openbare weg zijn we zo verschillend. Waar de
Belgische autobestuurder voorrang geeft aan een overstekende fietser of
voetganger, dan is dat in Nederland totaal niet het geval. Dat is wel even
schrikken. Je bent in een land waar veel gefietst wordt maar de auto’s gedragen
er zich als alleenheersers. Het zal waarschijnlijk zo in hun wegcode staan. Of
het zou moeten zijn dat hoffelijkheid niet in hun woordenboek staat. Dat meende
ik te moeten geloven toen ik een Nederlander, voor de ogen van onze aan het
buffet aanschuivende, uitgehongerde jongens en meisjes, de volledig gevulde
schotel vleeskroketten zag wegnemen.
Gelukkige waren niet alle Noorderburen zo. Een pluim voor
het personeel van deze StayOkay. Enorm vriendelijk, altijd goed geluimd. Een
pluim ook voor de trainer die elk jaar opnieuw de stage in elkaar steekt. Bij
leven en welzijn zijn we er ook volgend jaar weer bij.