woensdag 26 augustus 2009

Zolang er zand en water is zijn we content

Ik hoor Dirk al een paar jaar zeggen dat hij er mee gaat stoppen. Dat hij geen uitstap naar Sibculo meer wil organiseren. Dat daar heel wat komt bij kijken kan ik me best voorstellen maar wat ben ik blij dat hij het toch gedaan heeft. Dirk en zijn gezin zouden massa’s geld kunnen verdienen aan het organiseren van teambuilding evenementen, zo goed zijn ze daar in. Dat ze hun energie stoppen in dat ene weekend, eind augustus, daar kunnen wij als deelnemers alleen maar heel blij mee zijn.

De verschillende wandel- en fietsroutes rondom de locatie waar wij verbleven, de atletiekpiste die amper vijf kilometer verder op ligt, het zou een fantastische omgeving zijn om er een stage te organiseren. De groepsherberg, voorheen een varkensstal, had alle faciliteiten om jong en oud te bekoren. Tennissen, voetballen, volleyballen: het kon er allemaal. Voor de allerkleinsten was er een speeltuin voorzien. Voorwaarde is dan wel dat het goed weer is, en afgelopen weekend was het schitterend weer.

Alles stond natuurlijk in het teken van de aquaklimcross waar lopers zand, water, steile hellingen en snelle afdalingen moeten trotseren. Ik maak er de gewoonte van om eerst aan de drie kilometer mee te doen en het beste van mezelf te geven om daarna de twaalf kilometer wedstrijd te lopen in het bijzijn van een teamgenote. Mijn madame en de dochters verkozen de zes kilometer. Ik zag dat mijn jongste dochter haar krachten goed gedoseerd had. Mijn madame zocht opnieuw haar grenzen op, een zuurstoffles was nog net niet nodig. De oudste liep ook een verstandige wedstrijd. “Hier is de derde dame: Jore Decubber uit Willebroek”, hoorde ik de speaker zeggen. “Ze heet Joke. Joke is natuurlijk een veel mooiere naam”, corrigeerde hij zich meteen. Die arme man, zo op zijn plaats gezet worden.

Zondagochtend. De zware koers was amper verteerd maar wij zijn een harde soort. Zeker de mannen en vrouwen met marathonambities die een lange duurloop op het programma staan hadden. Bij de vrouwen liep dat wat langer uit dan gepland maar dat zullen we wijten aan de gebrekkige bewegwijzering van de wandelroutes. De mannen genoten van het mooie landschap en van elkaars gezelschap. Onze omloop bracht ons naar een recreatiepark. Een prachtige zwemvijver voorzien van een zandstrand en mooie groene ligweiden. Een padje leidde ons rondom de plas. Plots trok iets onze aandacht. “Ofwel hebben die mensen allemaal een zelfde kleur van zwembroek of badpak aan, ofwel liggen die in hun blootje”, dacht ik. Hoe dichter we kwamen, hoe meer ik vermoedde dat het dat laatste was. En inderdaad. Het bordje “Naturistenstrand” nam alle twijfels weg. Die Hollanders denken dus aan alles. We zouden geen mannen zijn als we daar niet over zouden beginnen fantaseren. Algauw werd de slagzin “de handen van Jos” bedacht. Mijn magische handen zouden dan de borsten omsluiten van de naakte dames waarna ik de woorden “Dag Yvonne” zou uitspreken. Ja, mannen die lang lopen hebben blijkbaar veel inspiratie. Maar soms duurt een lange duurloop wel heel lang. Mannen hebben daar een oplossing voor. Om de sleur te doorbreken beginnen ze te zingen. Twee beren waren broodjes aan het smeren en de tien kleine negers waren niet lang met zijn tienen. Uiteindelijk is iedereen terug in de groepsherberg geraakt en werd de dag verder gezet met een verkleedpartij, barbecue en later op de avond werd nog een kaartje gelegd.

Het was een geslaagde vierdaagse. Zelfs de snurkers in de kamer konden de sfeer niet verpesten. Het is wel raar dat iedereen zei dat hij niet gesnurkt had maar dat het een ander was.

zondag 16 augustus 2009

Madame Soleil

Ik heb altijd al gedacht dat mijn madame speciale gaven heeft. Zelfs in die mate dat ik me er af en toe niet gemakkelijk bij voel. Enkele weken geleden zag ik de nieuwe Harry Potter in de bioscoop. Wel, mijn madame heeft enkele trekjes van Professor Sybilla Zwamdrift. Beiden zijn vrouwen. Dat klopt dus al. De professor draagt een bril met dikke glazen, mijn madame heeft net haar bril gewisseld voor lenzen. Hier moet ik dus de gelijkenis al wat temperen. Maar de professor doceert in waarzeggerij, ze voorspelt wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren. Niet dat de professor het altijd juist heeft. Mijn madame blijkt ook de gave van het waarzeggen te hebben.

Enkele dagen voor we op vakantie vetrokken hebben we grote kuis gehouden in onze slaapkamers. Mijn madame vindt er enkele fluo hesjes. Zegt ze:”Hier, stop die maar in de auto. Die zouden nog van pas kunnen komen”. Hoe kon zij toen weten dat we enkele dagen later in het centrum van Pisa geconfronteerd zouden worden met een wagen die alle dienst zou weigeren? Ik vraag het me nog altijd af. Sindsdien wik en weeg ik elk woord dat ze uitspreekt.