donderdag 29 januari 2009

Het hoofd

Wat een hoofd kan doen
Stemmen dwalen er in rond
En het lijf luistert

woensdag 28 januari 2009

Kijk eens aan...

Veel clubmakkers in het februari-nummer van Runnersworld. En ja. Ik ben er bij.



Klik op de foto voor een vergroting.

maandag 26 januari 2009

Het hoofd

Nu we voor het eerst, in de vele jaren dat we de loopsport ondertussen beoefenen, alle vier lid zijn van eenzelfde atletiekvereniging mochten we niet ontbreken op de cross die onze club organiseerde. En onze trainer had ook zo mooi gevraagd om onze spikes aan te trekken, dus trokken wij naar de Vilvoordse Drie Fonteinen waar een mooie, gevarieerde omloop ons opwachtte.

Laat me beginnen met mijn dochters. Zij, die sinds afgelopen vrijdag kranten lezen, websites van kranten bezoeken, het nieuws op radio en tv volgen.

De jongste, die toch maar weer aan de start stond, zich zelf afvragend hoe het komt dat alle andere meisjes van haar leeftijd sneller lopen. De oudste dochter zegt dat het in haar hoofd zit, dat zij ook zo snel kan maar dat ze het niet beseft.

De oudste, volgens mij zit er ook iets in haar hoofd. Ik denk dat zij en haar crosskompane een pakt gesloten hebben. Samen starten, samen aankomen om het dan toch telkens in de sprint te moeten afleggen. De meisjes vinden, tijdens hun strijd, nog de tijd om een babbeltje te slaan. Bijvoorbeeld over de muziek die gespeeld wordt. En vriendelijk dat ze zijn: “Sorry dat ik u voor bij steek”. “ Het is niks, doe maar”. Duidelijk welopgevoed.

En dan mijn madame, Mater Familias. Zij had een “koers”, vond al snel een groepje waarmee ze samen de wedstrijd maakte. Ik was ondertussen aan mijn opwarming begonnen maar besefte dat ik na haar aankomst best in haar buurt zou zijn. Inderdaad, veel meer dan een piepend geluid kwam er niet uit. Duidelijk heel diep gegaan. Ik begon me al af te vragen of het niet wijselijk zou zijn om naar de Rode Kruis post te gaan. Gelukkig was dat niet nodig want er was in de wijdste verte geen hulpverlening te bekennen. Foutje van de organisatie?

Tenslotte, mijn collega’s masters en ikzelf. Bij mij zat er ook iets in het hoofd. Mijn beide achillespezen stuurden pijnprikkels naar mijn hersenen. Maar eens het startschot gegeven, trouwens door een respectloze official die het niet de moeite vond om naar de startlijn te komen maar besliste dat op een afstand van honderd meter zijn pistool ook zou gehoord worden, heb ik geen pijn meer gevoeld. Na enkele honderden meters komt het er op aan de concurrenten te lokaliseren. Ik zie dat Marc al enkele meters voorsprong heeft genomen. De opdracht is dan duidelijk: er naar toe. Ik passeer een aantal clubmakkers en maak de bedenking:”Als die allemaal hun wagonnetje aan dat van mij hangen, dan hebben we een mooie wit-groene trein”. Ik kom in het spoor van Marc maar moet hem laten gaan. Ik besef dat hij vandaag te sterk is. Van de wit-groenen blijft blijkbaar alleen Geert over. Hij die in Grimbergen vroeg ten val kwam en constant moest achtervolgen, niet eindigde op een plaats die hij waard was. Dit wordt niet makkelijk. Geert neemt de kop, ik neem die later weer over. Diep in de derde ronde hoor ik iemand roepen: “Vier VAC’ers dicht bij elkaar”. Over dat roepen: ik heb op verschillende plaatsen mijn naam gehoord. Meestal mijn voornaam, in iets mindere mate mijn familienaam, maar weet allemaal dat ik jullie gehoord heb en dat ik dat enorm, enorm apprecieer.

Vier VAC’ers dus. Geert en ik zijn er twee. Wie dan nog? Ik kijk achterom en zie nieuwe clubgenoot Eddy. De man die ik voornamelijk ken van zijn vele marathons rond de 2 uur 50. We gaan de laatste ronde in. “In de laatste ronde kunt ge altijd iets meer”, spreek ik mezelf moed in. Ik hoor dat Eddy aansluiting heeft gevonden. Even later gaat hij ons voorbij. “Komaan Jos”, zegt hij. Eddy verplicht mij een stuk sneller te lopen. Ik volg zijn tred, dit gaat hard. Plots blijkt Marc niet zo gek veel voor ons te lopen. Ik neem het terug over. Ik hoor Geert niet meer, hij heeft afgehaakt. Ik ga Marc wel heel makkelijk voorbij. Ik hoor hem sakkeren. Even later zou hij de bosjes induiken, vanwege de darmen. Dat verklaart veel. Het tempo dat Eddy me verplicht heeft te doen lopen geeft me vleugels. Ik zie dat ik verder afstand neem. “Waarom loop je dan niet eerder aan dat tempo?”, begin ik me af te vragen. Omdat het in mijn hoofd zit dat ik dat niet aan kan?

Dirk zijn hoofd stond ook niet fris. Toch niet toen we er nog moesten aan beginnen. “Als ik straks goed loop, dan snap ik er niets van”. Dirk heeft goed gelopen, heel goed gelopen. Terug twee minuten eerder aangekomen dan ik. Zit het dan toch allemaal in ons hoofd?

maandag 19 januari 2009

Dromen zijn bedrog. Hoewel…

Van een comeback gesproken. Ja, Lance is terug op zijn fiets gekropen maar dit is minder belangrijk dan de terugkeer van Bert. Hij die enkele maanden geleden beloofd had nooit meer te crossen stond gisteren toch weer mooi aan de start. Zijn verantwoordelijkheidszin heeft hem tot inkeer doen komen. Misschien dacht hij wel: “Als de trainer tijd en moeite in mij steekt, ben ik verplicht om te tonen wat ik in een wedstrijd waard ben”. Misschien dacht hij iets anders maar wat precies, doet er eigenlijk niet toe. Hij stond er. Net zoals Dirk er stond.

Dirk had me verklapt dat hij over mij gedroomd had. Dit was zijn verhaal: we staan aan de start van een cross. Dirk is snel vertrokken en besluit mij op te wachten. Ik beland in zijn spoor. Maar plots plaats ik een demarrage waar Dirk zo ondersteboven van is, dat hij niet in staat is om mij te volgen. Dirk zou mij nooit meer terugzien.

In Herentals komt het er op aan een snelle start te nemen. Zeker als je met iets meer dan honderd man na enkele hectometers een padje ingestuurd wordt waar amper plaats is voor twee man. Vorig jaar stond ik stil op die plek, dat zou me geen tweede keer overkomen. En inderdaad, ik heb geen last van enig oponthoud. Ik zie clubgenoot Miguel enkele meters voor mij. Als later blijkt dat die man als derde geëindigd is, dan heb ik mijn start niet gemist. Maar wie loopt er ook net voor mijn voeten? Jawel, het is Dirk. Waar het padje uitmondt in een bredere strook in het bos zie ik dat er tussen Dirk en mij een drie, vier man loopt. Ik moet denken aan Dirk zijn droom. Ik maak me de bedenking: “Jos, als ge ooit nog eens vóór Dirk wilt lopen, dan is ’t nu de moment”. Ik versnel, passeer langs rechts het peloton, ga Dirk voorbij en hou dat tempo nog enkele tientallen meters aan. Ik moet een brede glimlach op mijn gezicht gehad hebben. “Hier zie. Daar is em”, hoor ik Dirk roepen. Algauw zie ik de schaduw van Dirk naast me verschijnen. Het spijtige aan mijn demarrage was dat er op die plek geen volk stond. Niemand had het gezien. Dirk gaat me voorbij maar ik blijf zijn tred volgen. Ik wil dat aanhouden tot we aan dat stuk op de omloop gekomen zijn waar wat meer volk staat. Het lukt me om enige opschudding in de PDB-supportersclub te veroorzaken: “Jos kan Dirk volgen!”. De eerste ronde zit er dan zo goed als op, wanneer ik mijn inspanning moet bekopen. Van dan af loopt het nooit echt lekker. Meer dan één veteraan loopt me voorbij. Bij het ingaan van de laatste ronde vind ik het welletjes en besluit ik mijn plaats niet meer af te staan. De twee mannen die me nog voorbij gegaan zijn, heb ik allebei in de spurt opgepeuzeld.

Eindconclusie: Dirk is tachtig seconden voor mij geëindigd. Hij loopt één kilometer per uur sneller dan ik, en dat is veel. Ik heb die vier rondes in het Netepark vijftig seconden sneller afgewerkt dan vorig jaar, maar slaag er opnieuw niet in om in de eerste helft van het pak te eindigen. En dat is toch enigszins ontgoochelend. Maar ik heb me goed geamuseerd. En Bert, Bert had na zijn wedstrijd een goed gevoel. Kortom, wij zijn klaar om volgende zondag voor een thuispubliek een fantastische prestatie te leveren.

En dat ook de lokale vrije radio het PDB-team opgemerkt heeft zie je op deze website.

maandag 12 januari 2009

50 jaar Motown

Vandaag viert het Motown label haar 50ste verjaardag. Artiesten zoals The Jackson Five , Stevie Wonder, Diana Ross en haar Supremes, Marvin Gaye en zo vele anderen hebben hun loopbaan te danken aan deze platenmaatschappij. Soulstemmen overgoten met blazers en strijkers want synthesizers en allerhande andere elektronica bestonden toen nog niet.

Niet dat ik vies ben van een portie elektronica. Ik lust van alles wat. Helaas heb ik niet het talent om zelf muziek te spelen, laat staan te maken. Ik mis het muzikale gehoor om noten te herkennen en de coördinatie om mijn linkse lichaamshelft andere dingen te laten doen dan mijn andere helft. Ik moet muziek dan eerder als een passieve hobby beleven. Op mijn muzikale blog plaats ik af en toe een deuntje dat ik kan appreciëren. Vandaag zal ik iets over deuntjes schrijven.

Motown mag dan wel 50 geworden zijn en de artiesten die er toen onderdak vonden al lang voorbijgestreefd, vandaag wordt nog altijd muziek gemaakt die terug doet denken aan de jaren 60. Jamie Lidell en The Last Shadow Puppets zijn niet vies van de retro-stijl. Ik denk dat Amy Winehouse het vuur aan de lont stak. Na haar zijn er velen gevolgd. Helaas komt zij meer in het nieuws met haar drank- en drug problemen dan met haar muziek. Enkele jaren terug heb ik ze op Werchter doelbewust gemist. Ik had geen zin om een gedrogeerde en dronken del te moeten aanschouwen. Nog zo iemand die in dezelfde vijver vist is Duffy. Haar zag ik wel in Werchter. Een kort rokje en hoge hakken, meer had ze jammer genoeg niet te bieden.

Dat wij Vlamingen kwaliteit kunnen leveren, dat weten we. Nu nog het buitenland daarvan overtuigen. Tuurlijk dat we beter zijn dan de Amy’s en andere Duffy’s. Luister maar eens naar Lady Linn. Wat zij allemaal kan vind je hier (Aanraders zijn haar optredens in De Laatste Show en De Zevende Dag). En dan moet ik het nog hebben over Selah Sue. Daar kan Amy een punt aan zuigen. Helemaal onderste boven was ik van haar versie van Duffy’s Mercy die ze bracht met de gasten van Triggerfinger.



Meer van haar op haar Myspace. Van dat meisje hebben we het laatste nog niet gezien.

maandag 5 januari 2009

Cartouches

's Morgens werd ik wakker met een houten kop, mijn ogen waren nog moeilijk te gebruiken. Soms vraagt een mens zich af, hoe het in Godsnaam overleven.

Het eerste zinnetje heb ik gepikt van Zjef VanUytsel, het tweede van Luc De Vos. Het geeft ongeveer weer hoe ik me voelde op nieuwjaarsdag. Gelukkig had ik enkele dagen om te recupereren van de feestelijkheden. Gisteren moest er immers gelopen worden. En gelopen heb ik.

Plaats delict: het Grimbergse Prinsenbos. De centrale vraag: welk wapen ga ik gebruiken? De ondergrond ligt er bevroren bij. Worden het de gewone loopschoenen of toch spikes? Na de verkenning van de omloop heb ik voor het laatste gekozen. Ik heb me dat achteraf niet beklaagd.

De eerste bocht naar rechts zou in de binnenkant wel eens voor een file kunnen zorgen. Ik verkoos buitenom te lopen. We waren nog niet aan die bocht toe, toen ik het doffe lawaai van tegen de vlakte vallende mannenlijven hoorde. Daar was ik al aan ontsnapt. Bij het uitkomen van de bocht, ik zal van de meeste lopers het meest aantal meters gelopen hebben, zag ik een man zijn voet blijven haperen achter een poot van een nadar. Hij had de kortste afstand gekozen. Al gauw plooide zijn hele lichaam zich tegen dat ijzeren gedrocht dat daar niet op zijn plaats stond. Enkele ronden later zag ik de onfortuinlijke man afgevoerd worden op een brancard. Ik hoop voor hem dat de schade meevalt.

Maar even terug in de tijd. Nadat die hectische start achter de rug was voelde ik pas de koude. Ik inhaleerde messteken in plaats van lucht. Na ronde één had mijn lichaam zich aangepast. Algauw had ik andere zorgen. Clubmakkers Eddie en Marc waren in aantocht. De omloop in Grimbergen heeft van alles te bieden: vlot lopende rechte stukken op verharde paden, bochtige stroken op het zachte bladerdek in drie bosjes, nu eens omhoog dan weer omlaag. Eddie kwam als eerste over mij. En hoe? Hij plaatste me daar een versnelling. Ik had geen keus, ik moest volgen. Ik vond het nogal vroeg in de wedstrijd om nu al krachten te verspelen maar nog eens, Eddie dwong me er toe. We bleven met z’n drieën bij elkaar, ik neem de kop weer over. Eén ronder later: op net dezelfde plek geeft Eddie opnieuw plankgas. Ik begon te denken aan de cyclecrossers, zij ook beginnen aan een wedstrijd met een aantal cartouches op zak. Eddie had er toen al twee afgeschoten. Maar hoeveel heeft hij er nog over? Opnieuw komt het er op aan om niet te barsten, buigen mag maar niet te veel. Ik besluit risico’s te nemen. In het tweede bosje maak ik voluit gebruik van een kleine afdaling. Die ligt er goed beloopbaar bij en ook de enkele meters die er op volgen laten toe om een versnelling te plaatsen. Even verderop moet ik dan wel oppassen voor de verharde, hobbelige bevroren ondergrond.

We gaan de laatste ronde in. Als ik me nog goed herinner liep ik op kop. Net voor het ingaan van het eerste bosje versnel ik. Eddie is aan het buigen, Marc niet. Waar de vorige rondes Eddie aanviel, besluit nu Marc zijn kans te wagen. Ik blijf zijn spoor volgen. We komen in het tweede bosje, daar waar die afdaling is, en stort me naar beneden. Het scheelde niet veel of ik lag er. Ik lig op kop, nog een bosje te gaan en dan een lang recht stuk. Ik ben niet van plan de kop af te geven. Bij het uitkomen van het bos zie ik dat ik een kleine voorsprong heb. Dat mag ik op de verharde vlot lopende paden niet meer afgeven. Ik ben er niet gerust in en kijk toch enkele keren achter me om. Met een kleine voorsprong eindig ik vóór Marc, Eddie volgt even later.

Ze hebben me doen lopen, mijn clubgenoten. Eddie had gelijk toen hij zei:” Jos, ge hebt goed gelopen omdat wij u verplicht hebben te lopen”. Ik heb er inderdaad van genoten. Bedankt, mannen. Ik kijk al uit naar de volgende koers. Wie zal dan de sterkste zijn? En dan denk je omdat je goed gelopen hebt dat je korter op Dirk geëindigd bent. Niets daarvan. Hij was twee minuten eerder klaar met zijn vier ronden. Dirk op het podium van het PK? Wie weet.