maandag 5 januari 2009

Cartouches

's Morgens werd ik wakker met een houten kop, mijn ogen waren nog moeilijk te gebruiken. Soms vraagt een mens zich af, hoe het in Godsnaam overleven.

Het eerste zinnetje heb ik gepikt van Zjef VanUytsel, het tweede van Luc De Vos. Het geeft ongeveer weer hoe ik me voelde op nieuwjaarsdag. Gelukkig had ik enkele dagen om te recupereren van de feestelijkheden. Gisteren moest er immers gelopen worden. En gelopen heb ik.

Plaats delict: het Grimbergse Prinsenbos. De centrale vraag: welk wapen ga ik gebruiken? De ondergrond ligt er bevroren bij. Worden het de gewone loopschoenen of toch spikes? Na de verkenning van de omloop heb ik voor het laatste gekozen. Ik heb me dat achteraf niet beklaagd.

De eerste bocht naar rechts zou in de binnenkant wel eens voor een file kunnen zorgen. Ik verkoos buitenom te lopen. We waren nog niet aan die bocht toe, toen ik het doffe lawaai van tegen de vlakte vallende mannenlijven hoorde. Daar was ik al aan ontsnapt. Bij het uitkomen van de bocht, ik zal van de meeste lopers het meest aantal meters gelopen hebben, zag ik een man zijn voet blijven haperen achter een poot van een nadar. Hij had de kortste afstand gekozen. Al gauw plooide zijn hele lichaam zich tegen dat ijzeren gedrocht dat daar niet op zijn plaats stond. Enkele ronden later zag ik de onfortuinlijke man afgevoerd worden op een brancard. Ik hoop voor hem dat de schade meevalt.

Maar even terug in de tijd. Nadat die hectische start achter de rug was voelde ik pas de koude. Ik inhaleerde messteken in plaats van lucht. Na ronde één had mijn lichaam zich aangepast. Algauw had ik andere zorgen. Clubmakkers Eddie en Marc waren in aantocht. De omloop in Grimbergen heeft van alles te bieden: vlot lopende rechte stukken op verharde paden, bochtige stroken op het zachte bladerdek in drie bosjes, nu eens omhoog dan weer omlaag. Eddie kwam als eerste over mij. En hoe? Hij plaatste me daar een versnelling. Ik had geen keus, ik moest volgen. Ik vond het nogal vroeg in de wedstrijd om nu al krachten te verspelen maar nog eens, Eddie dwong me er toe. We bleven met z’n drieën bij elkaar, ik neem de kop weer over. Eén ronder later: op net dezelfde plek geeft Eddie opnieuw plankgas. Ik begon te denken aan de cyclecrossers, zij ook beginnen aan een wedstrijd met een aantal cartouches op zak. Eddie had er toen al twee afgeschoten. Maar hoeveel heeft hij er nog over? Opnieuw komt het er op aan om niet te barsten, buigen mag maar niet te veel. Ik besluit risico’s te nemen. In het tweede bosje maak ik voluit gebruik van een kleine afdaling. Die ligt er goed beloopbaar bij en ook de enkele meters die er op volgen laten toe om een versnelling te plaatsen. Even verderop moet ik dan wel oppassen voor de verharde, hobbelige bevroren ondergrond.

We gaan de laatste ronde in. Als ik me nog goed herinner liep ik op kop. Net voor het ingaan van het eerste bosje versnel ik. Eddie is aan het buigen, Marc niet. Waar de vorige rondes Eddie aanviel, besluit nu Marc zijn kans te wagen. Ik blijf zijn spoor volgen. We komen in het tweede bosje, daar waar die afdaling is, en stort me naar beneden. Het scheelde niet veel of ik lag er. Ik lig op kop, nog een bosje te gaan en dan een lang recht stuk. Ik ben niet van plan de kop af te geven. Bij het uitkomen van het bos zie ik dat ik een kleine voorsprong heb. Dat mag ik op de verharde vlot lopende paden niet meer afgeven. Ik ben er niet gerust in en kijk toch enkele keren achter me om. Met een kleine voorsprong eindig ik vóór Marc, Eddie volgt even later.

Ze hebben me doen lopen, mijn clubgenoten. Eddie had gelijk toen hij zei:” Jos, ge hebt goed gelopen omdat wij u verplicht hebben te lopen”. Ik heb er inderdaad van genoten. Bedankt, mannen. Ik kijk al uit naar de volgende koers. Wie zal dan de sterkste zijn? En dan denk je omdat je goed gelopen hebt dat je korter op Dirk geëindigd bent. Niets daarvan. Hij was twee minuten eerder klaar met zijn vier ronden. Dirk op het podium van het PK? Wie weet.

Geen opmerkingen: