maandag 27 april 2009

Heer, geef mij nieuwe voeten

Gelukkig besef ik dat ik niet kan zingen en doe ik niet zoals Assurancetourix die elke bijeenkomst wil verblijden met zijn gejank. Neen, als ik zing is het binnensmonds. En gezongen heb ik.

Toen ik een koppel jonggeliefden hun vreugde zag, kon ik het niet laten. In stilte beeldde ik me in hoe hij zijn liefde verklaarde. “Oh Kristiene. Oh Kristiene. Hoe kan ik jouw hart verdienen. Ik hield altijd van brunettes maar ik hou het nu op blond. … Jij hebt alles wat ik mooi vind. Jij hebt charme, gratie, stijl. Door jou vele kwaliteiten ging ik aardig voor de bijl”. Af en toe waag ik me aan een Engels lied. “please tell me why do birds sing when you're near me, sing when you're close to me?”.

Nog een gelegenheid om te zingen is een kerkbezoek. Zaterdag hebben ze me nog eens in het huis van God gezien. En elke keer neem ik me voor om aandachtig te luisteren naar wat de priester te verkondigen heeft. Maar elke keer opnieuw stel ik vast dat de man in het gewaad, na ongeveer tien minuten, mij aan het verliezen is. Het zal niet aan hem liggen. De man had een klok van een stem en aan zijn intonatie was het ook niet gelegen. Neen, ik begon opnieuw te zingen. “Je wordt ouder pappa, geef ´t maar toe. Je wilt er alles aan doen, maar je weet niet hoe. Je wordt ouder pappa”. Deze keer was de tekst autobiografisch. Plots kon de pastoor mijn aandacht terugwinnen. Eén zin volstond. Hij riep:”Heer, geef ons nieuwe voeten”. Ik stond op en antwoordde: “Het eerste paar dat weggegeven wordt is voor mij”.

Ja, ik zou ze nochtans kunnen gebruiken, dat paar voeten. Met één nieuwe linkervoet zou ik ook al tevreden zijn. De trainingsarbeid van de voorbije weken heeft me doen confronteren met de grenzen van mijn lichaam. Afgelopen woensdag heb ik nog een training afgewerkt waar de verhoopte tijden gehaald werden maar de manier waarop dat gebeurde stemde me niet tevreden. Het was wroeten en werken om mijn benen rond te laten draaien. Diezelfde nacht nam mijn lijf weerwraak. In het bijzonder de pezen in mijn linkervoet lieten me weten dat ze het nu wel genoeg vonden. Donderdagochtend stond ik op en kon amper de trap af. Een echte baaldag was dat. En dat op enkele dagen van die vijfduizend waar ik zo naar uitgekeken heb. Vrijdagavond nog geprobeerd te lopen maar lang heeft dat niet geduurd. Zondagmiddag, de dag van de wedstrijd, ook nog geprobeerd maar de pijn was er nog altijd. Met pijn in het hart, en in de voet, heb ik verschillende masters hun wedstrijd zien lopen.

Nu ja, er zijn ergere dingen in de wereld. Wat te denken van die arme man, ik ken hem als één van de medewerkers van een klant waar ik voor werk, die op terugreis van zijn skivakantie, zijn vrouw verliest in een auto-ongeval en achterblijft met zijn drie maanden oude dochter. En dan die sukkelaar in onze straat, iedereen wist dat die man niet helder van geest was, dat hij eigenlijk niet hoorde alleen te wonen. Hij had hulp nodig, heeft die ook gekregen maar blijkbaar niet lang genoeg. Vorige week hebben ze hem levenloos aangetroffen in zijn garage. Wat zou ik dan mopperen over achillespezen die vervelend doen?

dinsdag 21 april 2009

Mensen die vijftig worden

Vele mensen zullen dit jaar vijftig worden. Een heleboel minder bekende personen, een minderheid heel bekende individuen. Tot die laatste categorie hoort Robert Smith. De man viert vandaag zijn vijftigste verjaardag. De eerste keer dat ik hem zag was op tv, toen Veronica nog geen commerciële zender was. Op die zender waren concerten te zien en werden de rocksterren geïnterviewd. Mijnheer Smith werd toen ook een microfoon onder de neus gestopt hoewel ik vrees dat hij dat toen niet besefte. Zo stoned liep hij er toen bij.

Zijn groep, The Cure heb ik sindsdien verschillende keren gezien. Meestal in Werchter, één enkele keer in Vorst Nationaal. Om zijn verjaardag te vieren vind je hieronder een pareltje.

zondag 19 april 2009

Stage: the day after

Alsof twaalf trainingen op een week nog niet genoeg waren. Niet voor enkele PDB’ers waaronder PDB-himself. Ze waren present op de Driekastelenloop.

Ik was van plan er een snelle duurloop van te maken. Na de stage er de pees op leggen zag ik niet zitten. Mijn gedachten zitten trouwens al bij komende zondag. Ik merk aan het trainingsschema van komende week dat de trainer er net zo over denkt. Volgend weekend moeten we fris zitten en rendement halen uit de stage.

Stage: dag 7

Terug naar huis. Niet zonder eerst een recuperatieloop afgewerkt te hebben. Een laatste keer langs de oceaan.

De terugkeer verliep niet zonder hindernissen. De treinreizigers hadden te kampen met een vertraging van anderhalf uur. De autoreizigers moesten de Parijse files en een afgesloten autosnelweg overwinnen.

Stage: dag 6

De laatste dag voor onze terugkeer. De dag waarop we getest worden. Vandaag zou blijken hoe het met de conditie gesteld is. Er wordt naar toegeleefd als naar een wedstrijd. De trainer ziet het ook als een wedstrijd met dat verschil dat je twee wedstrijden loopt met daartussen een pauze van een kwartier.

Er werden twee groepen gevormd. Eerst aan de bak gingen de “grote” jongens, daarna de “kleine” jongens en de meisjes. Ik diende als haas in de tweede groep. De opdracht die de trainer me gaf was duidelijk: de eerste tweehonderd meter doorkomen na 37 seconden, de tweede tweehonderd meter lopen in 35 seconden. Tot dan moest iedereen mij braafjes volgen. Pas de laatste driehonderd meter mochten ze me voorbijsnellen. Ik sloeg aan het rekenen: stel dat ik gemiddeld 36 seconden doe over tweehonderd meter dan kom ik uit aan 2’06”.

We beginnen aan onze eerste zevenhonderd. Ik kijk op mijn chrono na honderd meter en zie 17 staan. Veel te snel. We komen na tweehonderd door na 35 seconden. Slecht gehaasd dus. De vierhonderd passeren we na de gevraagde 72 seconden. Een schicht gaat me voorbij, die man gaat veel te snel voor mij. Het is Daan. Ik probeer te versnellen maar het lukt me niet. Mijn chrono stopt na 2’05”.

De tweede zevenhonderd. 36” na tweehonderd, net onder de 72” na vierhonderd. De laatste driehonderd komt het er op aan nog proberen te versnellen en als dat niet lukt niet proberen stil te vallen. Ik verwacht ook opgepeuzeld te worden maar dat gebeurt niet. Pas in laatste rechte lijn komt Daan, alweer hij, me voorbij. Mijn chrono stopt na 2’05”.

Wie dacht dat hiermee ook deze trainingsdag er op zat had het verkeerd. ’s Middags had iedereen vrij. Van dit moment werd geprofiteerd om een kaartje te leggen. Ik hoef jullie niet te vertellen wie gewonnen heeft, ik vermoed dat jullie dat ondertussen al wel kunnen raden.

Het duurloopje langs de stranden had nog een verrassend intermezzo in petto. Een wedstrijdje paalstaan: op één been je in evenwicht houden terwijl je op een paaltje staat. Mijn eeuwige roem was van korte duur. Na enkele seconden was het voor mij al voorbij. Een kleine twintig minuten later konden we onze duurloop verder zetten.

Het einde van de stage werd gevierd in de binnenstad. Ruim twintig PDB’ers die een brasserie binnenvallen. Ik kan je verzekeren, die cafébaas zag ons graag komen.

vrijdag 17 april 2009

Stage: dag 5

Na regen komt zonneschijn. Hier dus ook. Het was een prachtige, zonovergoten dag. De ochtendtraining omvatte zowat van alles: de volledige groep oefende zich in lenigheid, stabilisatie en looptechniek. Daarna werd er gesplitst in een groep die korte, explosieve sprintjes trok en een groep die versnellingen deed.

’s Middags werd er gestudeerd, gelezen, gezonnebaad en gekaart. Het was alweer de trainer die in het laatste spelletje een uitzichtloze situatie wist om te buigen in een verpletterende overwinning.

Na dit alles zorgde een duurloopje dat de benen los gegooid werden want morgen is er de grote test: twee keer zevenhonderd meter. Of ik hier vanuit La Rochelle ook nog een verslagje zal kunnen schrijven betwijfel ik. Mijn plaatselijk internetabonnementje zal vermoedelijk vervallen zijn.

donderdag 16 april 2009

Stage: dag 4

Ja, jullie een warme 22°, wij een natte 14°. Dat is een wereld van verschil. Gelukkig was het gisteren een rustige atletiekdag. ’s Voormiddags stond er enkel een duurloop langs en op de stranden op het programma. De ruige jongens vonden dat niet genoeg en voegden er nog een reeks versnellingen aan toe, gelopen op blote voeten in het zeewater.

’s Namiddags bezochten sommigen het stadscentrum, anderen het Aquarium. Zoals de naam laat vermoeden een museum vol aquaria met vissen gaande van de piepkleine clownvis (beter gekend als Nemo) tot een grote haai. Van al dat vissen kijken krijgt een mens dorst en honger. Gelukkig hoefden we niet ver te stappen om de terrasjes te vinden.

woensdag 15 april 2009

Stage: dag 3

Wij verblijven in de jachthaven van La Rochelle. Duizenden bootjes, in allerlei vormen en formaten liggen er aangemeerd. Vanmorgen bracht een”zeebus” ons naar de schilderachtige oude haven. Er is geen paasvakantie, de straatjes lagen er eenzaam bij. Goed voor ons want er stond een recuperatieloop doorheen de steegjes en parken op het programma. De benen werden wakker geschud door enkele versnellingen waarna rustig teruggelopen werd naar onze kamers.

De middagpauze bracht ons oesters, de plaatselijke specialiteit, en een spelletje kleurenwiezen. Voor wie geïnteresseerd is in de uitslag: de trainer heeft een verpletterende revanche genomen.

Intervaltraining. Echt snel wilden de benen niet meer gaan. Ik besloot mijn zeshonderden dan maar op eigen tempo af te werken maar was toch nog tevreden over mijn tijden. Ik moet wel diep geweest zijn want ik kreeg tijdens het loslopen een fameuze tik van de hamer. Een appelflauwte die door te eten en te drinken weggedreven werd. Morgen biedt zich iets rustiger aan, het geeft me de tijd om te recupereren.

dinsdag 14 april 2009

Stage: dag 2

De eerste training op de piste. De eerste keer het zuur in de benen. De accommodatie is prima, de sfeer is goed. En de eerste persoonlijke records zijn gevallen. Een champagnekurk vijftien meter ver schieten, probeer het zelf maar eens. Niet evident. Alle gekheid op een stokje, vooraleer jullie beginnen te denken dat wij hier continu aan het feesten zijn: wij hebben vandaag stevig getraind. ’s Voormiddags een weerstandstraining, ’s namiddags een duurloop. Wij vieren vandaag een jarige, en dan mag/moet er gefeest worden.

Het zonnetje is van de partij, vergezeld van een lichte zeebries. Mijn aangezicht heeft dezelfde kleur als de vuurtoren in de haven: vuurrood. De avond bracht ons een prachtige zonsondergang. Op naar dag 3.

maandag 13 april 2009

Stage: dag 1

De eerste dag La Rochelle verliep beter, veel beter dan verhoopt. De achthonderd kilometer werd in acht uur afgehaspeld. Een halte van amper dertig minuten na vijfhonderd kilometer gereden te hebben, volstond om ons ter plekke te brengen, veertig minuten nadat de treinreizigers aangekomen waren. ’s Avonds werd de trainer een eerste nederlaag in het kleurenwiezen aangesmeerd, en dat was al lang, heel lang geleden. Een voorwaar perfect begin van de stage.

Tussen aankomst en slapengaan hebben we de overwinning van Tom meegemaakt. Niettegenstaande we in het land van de grootste wielerklassieker die er bestaat zijn, althans dat is wat de Fransen zelf van hun Paris-Roubaix vinden, hebben we alles moeten volgen via Europe 1 en de autoradio van de trainer. Nergens was er een televisietoestel te bespeuren.

Ziezo, dag één is achter de rug. De eerste verkenningsloop ook. De trainingsarbeid kan beginnen.

maandag 6 april 2009

Ren je rot

De eerste weerstandstrainingen hebben we er op zitten. De korte pijn. Zo omschrijf ik dat. Vier keer zeshonderd meter moeten afleggen, kan je bezwaarlijk lang noemen. Pijnlijk wordt het wanneer je dat zo snel mogelijk probeert te doen. Het gevoel van dikke benen die weigeren de knieën te heffen waardoor de pas steeds korter en korter wordt. De ziel uit je lijf rennen, je rot rennen.

Ren je rot. Als kind één van mijn favoriete programma’s op tv. De Nederlandse tv wel te verstaan. We keken toen naar niets anders dan naar Nederland 1 en 2. De Film van “Ome Willem”, “Stuif ’s In” en natuurlijk “Ren Je Rot”. Zo wordt het op Wikipedia omschreven: “Presentator Martin Brozius stelde een meerkeuzevraag, riep: Rrren jjje rrrot en de deelnemende kinderen renden naar het vak van hun keuze. Was het goed, dan pakten ze een bal, gooiden die in een cilinder en de groep met de meeste ballen won. “ Eind vorige maand overleed Martin Brozius. Weer één van mijn jeugdhelden die ons verlaten heeft.