zondag 19 april 2009

Stage: dag 6

De laatste dag voor onze terugkeer. De dag waarop we getest worden. Vandaag zou blijken hoe het met de conditie gesteld is. Er wordt naar toegeleefd als naar een wedstrijd. De trainer ziet het ook als een wedstrijd met dat verschil dat je twee wedstrijden loopt met daartussen een pauze van een kwartier.

Er werden twee groepen gevormd. Eerst aan de bak gingen de “grote” jongens, daarna de “kleine” jongens en de meisjes. Ik diende als haas in de tweede groep. De opdracht die de trainer me gaf was duidelijk: de eerste tweehonderd meter doorkomen na 37 seconden, de tweede tweehonderd meter lopen in 35 seconden. Tot dan moest iedereen mij braafjes volgen. Pas de laatste driehonderd meter mochten ze me voorbijsnellen. Ik sloeg aan het rekenen: stel dat ik gemiddeld 36 seconden doe over tweehonderd meter dan kom ik uit aan 2’06”.

We beginnen aan onze eerste zevenhonderd. Ik kijk op mijn chrono na honderd meter en zie 17 staan. Veel te snel. We komen na tweehonderd door na 35 seconden. Slecht gehaasd dus. De vierhonderd passeren we na de gevraagde 72 seconden. Een schicht gaat me voorbij, die man gaat veel te snel voor mij. Het is Daan. Ik probeer te versnellen maar het lukt me niet. Mijn chrono stopt na 2’05”.

De tweede zevenhonderd. 36” na tweehonderd, net onder de 72” na vierhonderd. De laatste driehonderd komt het er op aan nog proberen te versnellen en als dat niet lukt niet proberen stil te vallen. Ik verwacht ook opgepeuzeld te worden maar dat gebeurt niet. Pas in laatste rechte lijn komt Daan, alweer hij, me voorbij. Mijn chrono stopt na 2’05”.

Wie dacht dat hiermee ook deze trainingsdag er op zat had het verkeerd. ’s Middags had iedereen vrij. Van dit moment werd geprofiteerd om een kaartje te leggen. Ik hoef jullie niet te vertellen wie gewonnen heeft, ik vermoed dat jullie dat ondertussen al wel kunnen raden.

Het duurloopje langs de stranden had nog een verrassend intermezzo in petto. Een wedstrijdje paalstaan: op één been je in evenwicht houden terwijl je op een paaltje staat. Mijn eeuwige roem was van korte duur. Na enkele seconden was het voor mij al voorbij. Een kleine twintig minuten later konden we onze duurloop verder zetten.

Het einde van de stage werd gevierd in de binnenstad. Ruim twintig PDB’ers die een brasserie binnenvallen. Ik kan je verzekeren, die cafébaas zag ons graag komen.

Geen opmerkingen: