woensdag 4 november 2009

Bollocks Being Boiled in Metropolis

Optredens van artiesten wier carrière al lang achter hun ligt, ik heb er een beetje schrik van. Schrik om de door hun zware leven geteisterde lijven te zien, die met veel moeite op een podium voortgesleept worden. Schrik omdat hun enige motivatie het scheppen van poen zou kunnen zijn. Maar toch ook schrik van hun fans. Zij houden nog altijd van die muziek, daar bestaat geen twijfel over. Maar willen ze hun enthousiasme nog tonen? Zijn ze nog bereid om mee te zingen, te springen, hun armen in de lucht te gooien? Of volstaat het voor hen een zitje op een tribune, pintje in de hand en een goedkeurend, rustig applausje na elk nummer?

Daarom heb ik na veel twijfelen dan toch geen kaartje gekocht voor Fleetwood Mac. Hun passage in het Antwerpse Sportpaleis heb ik dus gemist. En dat heb ik me achteraf beklaagd. Want Mick Fleetwood en zijn gevolg hadden er zin in, ongelofelijk veel zin in zelfs. Ik heb alleen maar lovende recensies gelezen.

Een verzameling oude gloriën New Wavers gaan bekijken en beluisteren, dat leek me wel wat. De muziekstijl mag dan wel als “donker” omschreven worden, de beats overgoten met een saus elektronica hadden toch veel “ziel”. En het ging niet alleen maar om de muziek, ook hoe je er uit zag. Dat werd vlug duidelijk toen we de parking van de Ethias-arena naderden. Een massa getooid in zwarte kleding trok in grote drommen naar Sinnersday.

Dat er wel eens veel volk zou kunnen opdagen daar hadden de organisatoren duidelijk niet op gerekend. Lange rijen aan de eetstanden waren het gevolg. Gelukkig verliep de bediening aan de drankstanden wel vlot. Hilarisch waren de toestanden in de toiletten. Stel u voor, dertig urinoirs waar evenveel mannen hun blaas ledigen. Achter elk urinoir, netjes in de rij, nog eens drie à vier mannen die hun beurt aan het afwachten zijn. Dat bracht enkele leuke oneliners op. “Ik heb nummerke 25 . Heeft iedereen zijn nummerke gepakt?”, “mannen, uw tijd is op”, “verdomme, ik sta hier al tien minuten aan te schuiven en als ’t dan uiteindelijk aan mij kan ik niet meer pissen”.

De muziek dan. De mannen van de Bollock Brothers moeten veel in ons land vertoefd hebben. De zanger vertelde over hun passage op het Seaside festival in De Panne. Ik zag toen nog te groen achter mijn oren om naar dat festival te gaan, begin jaren tachtig moet dat geweest zijn. Ik kende het wel van radio en tv. Het was de verzamelplaats voor alle zwartjassen. De Bollock Brothers schuwden de interactie met hun publiek niet. Sympathiek was de hommage die ze brachten aan Patrick Nebel van wie ze zijn “Beats of Love” speelden. Kortom het was een gezellig uurtje. Bij Anne Clark en Gary Numan was het vooral wachten op hun grote hits. Ze spaarden ze op tot op het einde van hun set. Ik vroeg me bij Gary Numan wel bij momenten af hij zong of mee lipte. De mensen van The Human League daarentegen hebben heel wat bekende nummers in hun repertoire. Ze werden dan ook nog goed gebracht en de heupwiegende zangeressen zorgden er voor dat er op het podium ook wat te beleven viel. Afsluiten werd er gedaan met de loeiharde beats van Front 242. Zij traden ooit op in tent in Machelen, 1984 vermoed ik. Het was mijn eerste concert. Samen met mij zijn die mannen dus vijfentwintig jaar ouder geworden. Maar nog altijd “alive and kicking”.

Tiens, dat is misschien een tip voor de volgende Sinnersday. Simple Minds die nummers brengen uit hun beginperiode. “Love Song”, “I Travel”, “The American”, laat maar komen.

Geen opmerkingen: