zaterdag 27 september 2008

Treintje komt zo

Ik ben een regelmatige gebruiker van de trein geworden. Dat komt omdat mijn professionele bezigheden zich nu vooral in het Brusselse situeren. De auto zou mij, in theorie, in een half uur naar mijn werkplek kunnen brengen. De praktijk heeft me geleerd dat het gemiddeld meer dan dubbel zo lang duurt. Vandaar de trein. Van thuis tot Brussel-Zuid duurt een uur. Dus zo gek veel tijd win ik er niet mee maar de verplaatsing is veel aangenamer, minder haastig. En een parkeerplek moet ik ook niet zoeken.

Ik zie en hoor nu enorm veel mensen. Echt ontmoeten doe ik ze niet. Ik praat niet met hen, ik sla ze gade. Als jonge kerel kreeg ik geregeld onder mijn voeten omdat ik de mensen altijd aangaapte. Ook nu berispt mijn madame me regelmatig omdat ik anderen in de gaten hou. Het is sterker dan mezelf. Ik zie graag hoe mijn medemens zich gedraagt. Soms leer ik hier van, soms niet.

Wanneer ik om half acht ’s ochtends een man een blikje Jupiler zie open doen, stel ik me de vraag: heeft die man een drankprobleem of heeft hij net zijn nachtshift achter de rug en drinkt hij een welverdiende pint voor het slapen gaan. Wanneer ik een man en een vrouw elkaar een hartstochtelijke kus zie geven nadat ze van de trein gestapt zijn stel ik me de vraag of er thuis een vrouw en een man hun eega aan het opwachten zijn. Wanneer ik de hoertjes van Brussel-Noord aan hun raam zie zitten vraag ik me af of ik hier medelijden moet mee hebben.

Ik hoor ook het één en het ander. En wat me opvalt is hoeveel mensen er moeten samenwerken met iemand die ze niet kunnen luchten. Mannen en vrouwen die niet akkoord gaan met wat ze opgedragen worden en er niet durven in tegen te gaan. Op de trein vinden ze dan troost bij collega’s die er net hetzelfde over denken. En ook het onderwijzend personeel heb ik hun harten horen luchten. Een dame vertelde hardop, zodat het hele compartiment het kon horen, dat ze haar klas even moest verlaten. Op weg terug naar haar klas hoorde ze een kabaal van jewelste. Toen ze haar klas binnenkwam was de chaos compleet: de leerlingen hadden er niets beter op gevonden dan het hele lokaal onder de confetti te bedelven.

Jullie constateren het met mij: ik blijf kijken, waarnemen, onthouden en opschrijven.

Geen opmerkingen: