zondag 4 oktober 2009

Verslag van een weekend in oktober

Zaterdag, 3 oktober
Dat is nu al de derde nacht op rij dat ik slecht geslapen heb. Om half elf lag ik er al in. Niet dat ik moe was. Gewoon omdat ik veronderstelde dat het zeker geen kwaad kon om vroeg tussen de lakens te kruipen. “2:00” las ik op de klok. Klaarwakker was ik. Toen wist ik al dat ik het eerste uur niet terug in slaap zou vallen. Hoe dat komt? Muizenissen, marathonmuizenissen in mijn hoofd.

De voorbij week kan in één woord samengevat worden: twijfel. Ben ik er wel klaar voor? Mijn vorige, en enige marathon, was een succes. Toen heb ik er veel meer voor gedaan. Vanaf de maand juni gebeurde niet alles, maar toch heel veel in functie van de marathon. Nu ben ik er pas in augustus aan begonnen. Ik heb dus een pak minder kilometers in mijn benen. Toen moest ik ook een zestal kilogram minder mee sleuren. Alsof dat nog niet genoeg is beginnen de mensen rondom mij te snotteren en te kuchen. Het is nu niet het moment om ziek te worden. Toen woensdagmiddag de energie uit mijn benen verdween en ik liters zweet uit al mijn poriën voelde vloeien, vreesde ik voor het ergste. Gelukkig was ik na een paar energierepen van die flauwte af.

En ik, die graag een constant tempo loop, hoe zal ik omgaan met de Brusselse hellingen? Ik heb daarnet nog eens gekeken naar het profiel van de omloop. Het lijkt wel een bergketen. Hoeveel keer ik deze week al gepiekerd heb over het tempo dat ik zal lopen? Het is niet meer bij te houden. Begin ik aan een tempo dat moet uitmonden in een tijd van 3 uur 30. Of ga ik voor 3 uur 20? Of toch maar 3 uur 15? Hak dan die knoop toch door! Ok, ik ga voor 3 uur 15. Ik kijk naar buiten en zie de wind inbeuken op de bomen. Het KMI noemt dat een “vrij krachtige wind”. Morgen voorspellen ze een “matige wind”. Dat is het verschil tussen vijf en vier beaufort. Van mij mag er nog een beaufort of twee af.

Morgen wekt de wekker mij om kwart voor zes. Hoewel ik denk dat het niet nodig zal zijn, ik zal toch al lang wakker liggen.

Zondag, 4 oktober
Inderdaad, de wekker zetten was niet nodig. Twintig minuten eerder dan ie me moest wekken open ik mijn ogen. Rustig ontbeten, om half zeven vertrokken, om zeven uur de wagen geparkeerd in de buurt van het Brouckèreplein. Dan de metro genomen richting Jubelpark. Mijn borstnummer afgehaald, chip tussen de veters gestopt en ondertussen nog enkele boterhammen met confituur in mijn mond gepropt. We zijn er klaar voor.

Ik zoek het vak op waar de ballonnen voor de 3 uur 15 verzamelen. Ik zie dat de tempomarkers voorzien zijn van een gps. Dat stelt me gerust. Zij weten hoe rap er gelopen wordt en weten precies hoeveel kilometers er gelopen wordt. Want met die kilometeraanduiding kan het soms wel eens fout lopen. Het startschot weerklinkt op de koude vlakte van het Jubelpark. Die pacemakers houden er direct een strak tempo op na. Ik laat een gat van een tiental meter vallen omdat het me wel heel snel leek. Twee kilometer later kan ik die mannen niet anders dan gelijk geven. Ze lopen het juiste tempo. Ik sluit me dan maar aan bij de groep. Liefst zes kilometer moeten we wachten op de eerste drankpost. Veel te lang. Het aannemen van de drank verloopt chaotisch. Veel te veel lopers op elkaar gepakt die allen een drankje willen. Ik besluit voor de tempomakers te lopen maar kijk wel af en toe om. Te groot mag mijn voorsprong niet worden want mijn kilometertijden vertellen me dat ik iets sneller loop dan voorzien.

Aan de 15de kilometer krijg ik een dipje. Komt het door de stilte? Ik hoor enkel het geluid van de schoenen die de grond raken. Wat een verschil met Eindhoven. Daar word je vooruit geblazen door het enthousiasme van de toeschouwers. Een kilometer verder staan de vrouw en kinderen langs het parcours en dat geeft me een mentale opkikker. Kilometer 18: links ligt de gevreesde Tervurenlaan. Die moet straks beklommen worden. Wij draaien eerst rechtsaf. We komen op het deel van de omloop dat ik niet ken. Ik zie een helling, en oneindig lange helling. Liefst twee kilometer duurt dat stuk. Ik zie dat die laan in twee gedeeld is, straks mogen we dat stuk bergaf lopen, troost ik me. Ik ben 24 kilometer bezig en heb terug een dipje. Het stukje banaan dat ik aangereikt krijg, komt net op tijd. Ik zie de trainer en zijn dame. Zij gaan me op de fiets vergezellen. Ik krijg opnieuw een mentale duw in de rug.

In mijn dertigste kilometer voel ik plots pijn in de linkerbil. Het soort pijn dat enorm goed lijkt op wat je voelt als je een verrekking oploopt. Verdomme, zijn mijn spieren niet bestand tegen het klimmen en dalen? Nu komt het op aan om uit te lopen, zeker niet opgeven. Ik kan niet anders dan het tempo te laten zakken. Ik kijk achterom, de ballonnen van 3u15 zie ik niet. Ik moet mijn voorsprong op hen vast houden tot de aankomst. Het lange dalende stuk tot aan de Tervurenlaan tracht ik het tempo op te krikken. Het lukt. Ik probeer nu zo veel mogelijk te profiteren van die lange afdaling.

En dan ligt hij voor mij, die Tervurenlaan. We zijn 36 kilometer ver. De voorlaatste helling van de dag. Ik kijk naar mijn uurwerk en zie dat ik het me kan veroorloven om die heuvel rustig te beklimmen. Vanaf dat moment wordt het een calvarietocht. Ik snak naar de Grote Markt, naar de finishlijn. Kilometer 39: ik ben terug in het Jubelpark. “Nog drie kilometer dalen tot de aankomst”, hoor ik de speaker zeggen. Hij is wel die enkele honderden meters in de Wetstraat vergeten die nu niet bepaald dalend kunnen genoemd worden. Waar blijft die Grote Markt? “Nooit meer in Brussel”, denk ik.
Mijn uurwerk stopt na 3 uur minuten, 12 minuten en 18 seconden. Ik ben leeg. Alle spieren in mijn benen beseffen dat het er op zit en beginnen heftig te protesteren. Ook die linkerbil laat weten dat hij die laatste 12 kilometer afgezien heeft. Half kreupel stap ik mijn wagen. Ik word gelukkig gereden.

Ondertussen ben ik efkens bekomen en blijkt de uitslag ook al on-line te zijn. Ik heb de beide wedstrijdhelften aan het zelfde tempo gelopen. Maar, ben halfweg als 217de doorgekomen en aan de aankomst als 150ste. Kortom, ik ben een vermoeide maar een tevreden man.

Mijn marathon zit er op. Volgende week volgt de volgende marathonafspraak. In het vlakke Eindhoven. Dan is het aan Lies, Johan, Mia, Hugo, Sven, Bert, Dirk, Marc, mijn madame en alle anderen die ik vergeten ben. Ik wens hen het allerbeste toe. Ik, samen met die andere duizenden supporters, wij zullen er voor zorgen dat het één groot feest voor hen wordt.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Chapeau, Jos ! Prachtige prestatie op zo'n parcours en in zulke weersomstandigheden ! Je moet het maar doen...
Ondertussen begin ik (met andere VAC-lopers/loopsters) aan de laatste rust/eet/drinkvoorbereidingsweek.
Marc

Anoniem zei

Dikke proficiat Jos! Ik had zo'n puike prestatie eigenlijk wel verwacht van jouw hoor (zeker ook na je scherpe tijd in Evergem op de halve marathon). Geniet nog maar flink na en ook veel succes toegewenst aan yvonne in Eindhoven! Groetjes en op naar de volgende! Cath